grammatica 12 december

• Nederlands
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 2

Deze les 

ZINSDELEN
- oefening 'raad het woord' 

WOORDSOORTEN

- kww, hww, zww herhalen 
- maken 5 en 6 (it's learning)

Vul het gevonden woord hier in.

Hulpwerkwoord (hww)

- Heeft geen duidelijke eigen betekenis.
- 'Helpt' om het gezegde te maken.
- Staat nooit zelfstandig in de zin..

Zelfstandig werkwoord 
(zww)

- Heeft een duidelijke betekenis.
- Geeft aan wat iets of iemand doet.
- WG

Koppelwerkwoord
(kww)

- Heeft geen duidelijke betekenis.
- Koppelt een eigenschap aan het onderwerp
- NG
- zijn, worden, blijven, blijken, lijken, schijnen 

Let op:

- Er staat een kww of een zww in de zin. Beide kan niet!

- Van een kww of zww kan er ook maar een in de zin staan.

- Andere werkwoorden zijn automatisch hulpwerkwoord.

- Het kww komt altijd achterin de zin te staan.

Op Instagram STAAT een rare foto.

1. HWW
2. ZWW
3. KWW

Parijs IS een prachtige stad.

1. HWW
2. ZWW
3. KWW

Later WORDT mijn broer tandarts.

1. HWW
2. ZWW
3. KWW

Mijn ouders ZIJN heel aardig geweest.

1. HWW
2. ZWW
3. KWW

Die jongen BLIJKT een taaie.

1. HWW
2. ZWW
3. KWW

Zou ik eens op jouw elektrische scooter mogen RIJDEN?

1. HWW
2. ZWW
3. KWW

Benoem de ww:
Ik ben naar Spanje geweest.

1. ben= hww geweest = kww
2. ben = hww geweest = zww
3. ben = zww geweest = hww
4. ben = zww geweest = zww

1. Sommige jongens kunnen goed schaken.

1. kunnen = hww schaken = zww
2. kunnen = hww schaken = kww

zelfstandig werken

Ga naar it's learning.
Maak opdracht 5 en 6 (blz 114 en 115)