Examen jargon quiz

Examen jargon quiz
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Examen jargon quiz

Slide 1 - Tekstslide

Translate into Dutch

Slide 2 - Tekstslide

added to
A
toegevoegd aan
B
van toepassing zijn op

Slide 3 - Quizvraag

brief
A
brief
B
kort

Slide 4 - Quizvraag

convey
A
meedelen
B
besluiten

Slide 5 - Quizvraag

disregarded
A
rekening mee gehouden
B
veronachtzaamd

Slide 6 - Quizvraag

eventually
A
gebeurtenis
B
uiteindelijk

Slide 7 - Quizvraag

bias
A
vooroordeel
B
geheim

Slide 8 - Quizvraag

to treat
A
bedreigen
B
behandelen

Slide 9 - Quizvraag

Even so,
A
Maar toch
B
Maar ook

Slide 10 - Quizvraag

moreover
A
want
B
bovendien

Slide 11 - Quizvraag

similarly
A
op dezelfde manier
B
op een andere manier

Slide 12 - Quizvraag

Unfortunately,
A
Zo
B
Helaas

Slide 13 - Quizvraag

meanwhile
A
ondertussen
B
hetzelfde

Slide 14 - Quizvraag

to affect
A
behandelen
B
beïnvloeden

Slide 15 - Quizvraag

to attribute to
A
toeschrijven aan
B
geven aan

Slide 16 - Quizvraag

to derive from

Slide 17 - Open vraag

determined

Slide 18 - Open vraag

headline

Slide 19 - Open vraag

likely

Slide 20 - Open vraag

purpose

Slide 21 - Open vraag

reflects

Slide 22 - Open vraag

can be replaced by

Slide 23 - Open vraag

can be summarized

Slide 24 - Open vraag

e.g. (exempli gratia)

Slide 25 - Open vraag

M.P.

Slide 26 - Open vraag