Je kunt leenmotieven noemen.
Je kunt de kosten van een lening berekenen.
Je kunt uitleggen dat er beperkingen zijn aan bedragen die je kunt lenen.
Je kunt de verschillen tussen de meest voorkomende leenvormen uitleggen.
Je kunt verschillende hypotheekvormen noemen.
Je hebt paragraaf 2.2 goed begrepen.