HD 4.2

Donderdag 30 januari Economie H3c
- Theorie 4.2  De balans: bezittingen en schulden
- lezen maken opdrachten 1 tot en met 10: huiswerk voor do 6/2

- Bespreken opdrachten 4.1 
- Verlengde instructie 4.2  indien nodig
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Donderdag 30 januari Economie H3c
- Theorie 4.2  De balans: bezittingen en schulden
- lezen maken opdrachten 1 tot en met 10: huiswerk voor do 6/2

- Bespreken opdrachten 4.1 
- Verlengde instructie 4.2  indien nodig

Slide 1 - Tekstslide

4.2 De balans: Bezittingen en Schulden
Lesdoelen:
  • Je kunt een balans lezen.
  • Je kunt beredeneren welke posten op een balans veranderen bij gegeven financiële feiten.
  • Je kunt zelf een balans opstellen met de juiste indeling

Slide 2 - Tekstslide

0

Slide 3 - Video

Balans
= laat zien hoe een bedrijf aan geld is gekomen en wat dat bedrijf met dat geld heeft gedaan
Vreemd vermogen.             €462.000

Slide 4 - Tekstslide

Balans
Vreemd vermogen.             €462.000
Bezittingen
Schulden

Slide 5 - Tekstslide

Balans
Vreemd vermogen.             €462.000
leningen (schulden)
creditzijde (vermogen), staat hoe het geld verkregen is.
Eigen geld in de onderneming

Slide 6 - Tekstslide

Balans
Debetzijde (bezittingen), staat wat er met het geld is gedaan.
Activa
Vreemd vermogen              €462.000
Alle bezittingen van een onderneming die langer dan één jaar meegaan.
Alle bezittingen van een onderneming die korter dan één jaar meegaan.
geldmiddelen die beschikbaar zijn in de onderneming

Slide 7 - Tekstslide

Individuele opdracht
De eigenaar van schoenenwinkel MyShoe wil een nieuwe balans opstellen. Maak een balans in je schrift en zet de volgende balansposten in de juiste volgorde op de balans:
machine: € 20.000
kas: € 2.300
inventaris: € 1.500
debiteuren: € 245
pand: € 123.000
bank: € 25.600
voorraad schoenen: € 254.000
lening bank: €2000
eigen vermogen: € …
timer
5:00

Slide 8 - Tekstslide

Antwoord

Slide 9 - Tekstslide

Antwoord
Eigen vermogen=
€426.645 - €2.000= €424.645

Slide 10 - Tekstslide

Moet een balans in evenwicht zijn?
A
Ja
B
Nee

Slide 11 - Quizvraag

Wat zijn liquide middelen?
A
Bank en kas
B
Debiteuren, bank en kas
C
Crediteuren, hypotheek en voorraad
D
Voorraad, bank en kas

Slide 12 - Quizvraag

Hoe noemen we de rechterzijde van de balans
A
Liquide middelen
B
Credit
C
Debet
D
Activa

Slide 13 - Quizvraag

Onder welke balanspost zetten we de inventaris?
A
Vlottende activa
B
Eigen vermogen
C
Liquide middelen
D
Vaste activa

Slide 14 - Quizvraag

Digitale camera's in het magazijn van de Media Markt in Nederland
A
Vlottende activa
B
Vaste activa

Slide 15 - Quizvraag

De tankauto's van Shell die de benzine naar de benzinestations brengen
A
Vaste activa
B
Vlottende activa

Slide 16 - Quizvraag

Wat heb je vandaag geleerd? 
4.2 De balans: bezittingen en schulden
Lesdoelen:
  • Je kunt een balans lezen.
  • Je kunt beredeneren welke posten op een balans veranderen bij gegeven financiële feiten.
  • Je kunt zelf een balans opstellen met de juiste indeling

Slide 17 - Tekstslide

Werken aan het huiswerk:
Lezen en maken 4.2 opdrachten 1 tot en met 10
+
Nakijken opdrachten 4.1 en eventueel als je dat nog niet gedaan hebt 3.1 en 3.3

Slide 18 - Tekstslide