(Mutatie)balans

bedrijfseconomie

De Balans
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

bedrijfseconomie

De Balans

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen:
- Uitleggen wat een balans is.
- Het kennen van indeling van de balans 
- Het op de juiste plek plaatsen van de balansposten
- Het opstellen van een mutatiebalans

Slide 2 - Tekstslide

Balans

Slide 3 - Tekstslide

De balans
Ondernemingen en andere organisaties stellen minstens één keer per jaar een balans op, vaak aan het einde van het jaar. De balans geeft een financieel overzicht van de bezittingen en schulden van de de onderneming/ organisatie op een bepaald moment .
Een balans is altijd in evenwicht
Een balans is een MOMENTOPNAME

Slide 4 - Tekstslide

De balans
  • Links/debet/activa/bezittingen:
-Vaste activa 
-vlottende activa 
- liquide middelen

  • Rechts/credit/passiva/schuld:
- eigen vermogen
- vreemd vermogen 
            lang vreemd vermogen (> 1 jaar)
            kort vreemd vermogen (< 1 jaar)

Altijd EX BTW!

Slide 5 - Tekstslide

Geef een voorbeeld van een inventaris

Slide 6 - Open vraag





Geeft inzicht in de balansveranderingen door een transactie.
Momentopname, ex BTW
Links en rechts altijd hetzelfde resultaat
De Mutatie balans

Slide 7 - Tekstslide

Een debiteur betaalt per bank. De balansposten die veranderen..
A
debiteur+ bank -
B
debiteur - bank +
C
debiteur - kas +
D
debiteur + kas -

Slide 8 - Quizvraag

Jay lost per bank 500 euro af op zijn hypothecaire lening
A
bank - 500 hyp lening + 500
B
bank +500 hyp lening +500
C
bank - 500 hyp lening - 500
D
bank - 500 bedrijfspand - 500

Slide 9 - Quizvraag

Jay betaalt zijn crediteuren met contant (cash) geld
A
kas - crediteuren -
B
kas - crediteuren +
C
bank - crediteuren -
D
bank - crediteuren +

Slide 10 - Quizvraag

Jay doet een afschrijving op haar inventaris
A
inventaris + bank +
B
inventaris + eigen vermogen -
C
inventaris - bank -
D
inventaris - eigen vermogen -

Slide 11 - Quizvraag

Jay betaalt rente (500 euro) per bank over zijn hypothecaire lening
A
bank - eigen vermogen +
B
bank - hypo lening -
C
kas - eigen vermogen -
D
bank - eigen vermogen -

Slide 12 - Quizvraag

Jay betaalt zijn personeel per kas
A
personeel - kas -
B
kas - personeel +
C
kas - eigen vermogen -
D
kas - lening-

Slide 13 - Quizvraag

Jay verkoopt op rekening voor
€ 2500 aan goederen.
De inkoopwaarde was € 2000.
A
debiteuren- kas+
B
voorr goed + 2000 debiteuren - 2500
C
voorr goed -2000 bank + 2500 EV +500
D
debiteuren+ voorr goederen - 2000 EV +500

Slide 14 - Quizvraag

Jay betaalt zijn crediteuren per bank
A
bank + crediteuren +
B
bank - crediteuren -
C
bank + crediteuren -
D
bank - crediteuren +

Slide 15 - Quizvraag

Samengevat..
De balans is een overzicht van alle bezittingen (activa), eigen vermogen en vreemd vermogen van een onderneming (hoe is het gefinancierd).

Een mutatiebalans is een deelbalans waarin alleen de balansposten (met bedragen) gemeld staan die veranderen door een financiële transactie.

Slide 16 - Tekstslide

Leerdoelen:
- Uitleggen wat een balans is.
- Het kennen van indeling van de balans 
- Het op de juiste plek plaatsen van de balansposten
- Het opstellen van een mutatiebalans

Slide 17 - Tekstslide

Zijn de leerdoelen duidelijk geworden?
😒🙁😐🙂😃

Slide 18 - Poll