NK, Kapitel 5, les 5, week 15

Willkommen, heute ist Donnerstag
der 11. April 2024
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 1,2

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Willkommen, heute ist Donnerstag
der 11. April 2024

Slide 1 - Tekstslide

Lernziel(e)
1.  Je kent de regels voor de uitgangen van ein- en kein-.
2. Je kunt ein - en kein- in opdrachten invullen. 

Slide 2 - Tekstslide

Programma:
Deel 1:
* Huiswerk nakijken
* Uitleg nieuwe grammatica

Deel 2:
* woordenquiz
* zelfstandig werken

Slide 3 - Tekstslide

Was haben wir in der letzten Stunde gemacht?
Was haben wir in der letzten Stunde gemacht?

Slide 4 - Tekstslide

HUISWERK nakijken
1. Maak online in je boek van Kapitel 5, C Hören,
    Aufg. 11 +12
2. Maak in je boek van Kapitel 5, D Lesen,
    Aufg. 13, 14, 16

Slide 5 - Tekstslide

Grammatica Kapitel 5

Slide 6 - Tekstslide

De uitgangen van ein en kein-

Slide 7 - Tekstslide

1e nv/ ow
mannelijk
vrouwelijk
onzijdig
meervoud
persoonlijk vnw
er
sie
es
sie
bep.lidwoord
der Mann
die Frau
das Kind
die Leute
onbep.lidwoord
ein Mann
eine Frau
ein Kind
keine Leute

Slide 8 - Tekstslide

Deel 2
Die Pfefferkörner

Slide 9 - Tekstslide

1. Maak in je boek van Kapitel 5, E Grammatik
    Aufg. 17, 18, 19, 20, 21, 
2. Maak online van Kapitel 5, F Sprechen
    Aufgabe 29, 33, 34 
3. Oefen dan in Slim stampen de woorden NL-DU




 
Nu gaan we zelfstandig werken!

Slide 10 - Tekstslide

Deel 2 Grammaticaquiz
Heb je de uitleg van zojuist goed begrepen?

Slide 11 - Tekstslide

Übersetze: een man = (...?...) Mann
A
ein
B
eine
C
keine
D
der

Slide 12 - Quizvraag

Übersetze: een vrouw = (...?...) Frau
A
ein
B
keine
C
eine
D
die

Slide 13 - Quizvraag

Übersetze: een kind= (...?...) Kind
A
das
B
eine
C
keine
D
ein

Slide 14 - Quizvraag

Übersetze:
geen mensen = (...?...) Menschen
A
keine
B
kein
C
eine
D
ein

Slide 15 - Quizvraag

Übersetze: Ich nehme (een) Tasse Tee.
A
die
B
ein
C
keine
D
eine

Slide 16 - Quizvraag

Übersetze: Nimmst du (geen) Pommes?
A
keine
B
ein
C
eine
D
kein

Slide 17 - Quizvraag

Übersetze: (een) Orangensaft ist lecker.
A
kein
B
eine
C
keine
D
ein

Slide 18 - Quizvraag

Übersetze: Wer will (een) Eis?
A
keine
B
eine
C
kein
D
ein

Slide 19 - Quizvraag

1. Maak in je boek van Kapitel 5, E Grammatik
    Aufg. 17, 18, 19, 20, 21, 
2. Maak online van Kapitel 5, F Sprechen
    Aufgabe 29, 33, 34 
3. Oefen dan in Slim stampen de woorden NL-DU




 
Nu gaan we zelfstandig werken!

Slide 20 - Tekstslide

Hausaufgaben
1. Maak in je boek van Kapitel 5, E Grammatik
    Aufg. 17, 18, 19, 20, 21,
2. Maak online van Kapitel 5, F Sprechen
    Aufgabe 29, 33, 34
3. Oefen dan in Slim stampen de woorden NL-DU

Slide 21 - Tekstslide

Kijk nu terug naar de lesdoelen:
1. Je kent de regels voor de uitgangen van ein- en kein-.
2. Je kunt ein - en kein- in opdrachten invullen.  

Slide 22 - Tekstslide

Hausaufgaben für nächste Woche, Kapitel 3

1.  Leren: werkwoorden haben / sein
                    zwakke werkwoorden tegenwoordige tijd
                    leren Wörterliste A, S. 41

2. Maken van Kap. 3:  
     3.3 t/m 3.6, 4.3,  5.2, 6.4, 8.2 , 19.4

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide