In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Lesduur is: 30 min
Onderdelen in deze les
Steden en stadsrechten
Klas 1D
Slide 1 - Tekstslide
Tijd van Steden en Staten (1000-1500)
In het wit zie je een stadspoort. Ging je in de Middeleeuwen een stad binnen, dan moest je door de stadspoort. In veel steden werd een hoge en prachtig versierde kerk gebouwd. Op de achtergrond zie je de binnenkant van zo’n kerk.
Feniks, Geschiedenis Werkplaats, Memo, Saga
Slide 2 - Tekstslide
Leerdoelen
Aan het eind van deze les kun je herkennen en uitleggen op welke manier een Middeleeuwse stad werd bestuurd. Je kent voorbeelden van stadsrechten en weet wie de belangrijkste personen in een stad waren.
Slide 3 - Tekstslide
De Nederlanden?
Nederland als één land bestond nog niet in de Middeleeuwen
Er waren veel kleine gebieden, die bij elkaar de lage landen of de'Nederlanden' heetten.
In die gebieden was een heer, edelman, (bijv. graaf, bisschop of hertog) de baas
Hij maakte de wetten
Lange tijd was Vlaanderen het belangrijkste gebied, pas na de middeleeuwen verschoof dit het gewest (de provincie) naar Holland
De Nederlanden maakten deel uit van het Rooms-Duitse Rijk. De graven en hertogen in Nederland waren officieel leenmannen van de Duitse keizer, maar die had meestal niet meer veel macht over zijn leenmannen. In 1018 werden de legers van de Duitse keizer zelfs verslagen door te troepen van de graaf van Holland.
Slide 4 - Tekstslide
https:
Slide 5 - Link
Het belang van steden voor de heer
Alle inwoners van een graafschap moesten gehoorzaam zijn aan de heer.
Ook de inwoners van steden, maar die wilden liever eigen baas zijn
De heer vond een machtige en rijke stad helemaal niet erg: al die rijkdom!
De inwoners van de stad en heer maken afspraken, vastgelegd in stadsrechten
De stad Dordrecht kreeg in 1220 stadsrechten van graaf Willem I van Holland. Daarmee is het één van de oudste steden van Nederland
Slide 6 - Tekstslide
Stadsrechten
Steden kregen van vorsten en hoge edelen stadsrechten: privileges van een stad.
Stadsmuur bouwen
Belastingen en tol heffen
Een (jaar)markt houden
Stad zelf besturen
Rechtspreken volgens eigen stadswetten (schout, schepenen en keuren)
Een stad met stadsrechten mag een stadsmuur bouwen
De stad mag zelf rechtspreken, maar een ambtenaar (de schout) van de heer moet wel aanwezig zijn en een deel van de boetes is voor de heer
De inwoners van een stad waren vrije poorters (geen bezit van de heer)
In ruil voor deze rechten moet de stad belasting betalen
Slide 9 - Tekstslide
Het stadsbestuur
Door de opkomst van steden verdween de horigheid en kregen boeren meer rechten ==> de heren wilden genoeg boeren op hun land houden.
Steden werden bestuurd door schepenen, burgers uit rijke en aanzienlijke families. Alleen mannen konden toetreden tot de burgerij (vrouwen konden geen burger of 'poorter' worden)
Slide 10 - Tekstslide
Wie is de baas?
De schout is de plaatsvervanger van de heer in de stad bij de rechtspraak
Samen met de schepenen bepaalde hij de straf.
Ze kregen advies van een raad.
De burgemeester (soms meer dan één) was de baas van de raad.
Schout, schepenen en burgemeester(s) heten ook wel: magistraten
Slide 11 - Tekstslide
Klik op de hotspots en sleep de straffen naar de juiste plek in de afbeelding.
Hand afhakken
Geselen
Ogen uitsteken
In het water gooien
Ophangen
Op de brandstapel
Onthoofden
Slide 12 - Sleepvraag
Straffen in de Middeleeuwen
Zeker: lijfstraffen en doodstraffen kwamen voor...
...maar de meeste straffen waren geldboetes!
Die leverden meer op en kostten minder geld: een beul moet je als stad namelijk ook gewoon betalen!
Slide 13 - Tekstslide
Hij is de baas van de schepenen
A
Schout
B
Burgemeester
C
Rechter
D
Jury
Slide 14 - Quizvraag
De schout is de plaatsvervanger van de ... in de stad
A
Burgemeester
B
Heer
C
Rechter
D
Politie
Slide 15 - Quizvraag
De schout, schepenen en burgemeester noem je ook wel ...
A
Magistraten
B
Heren
C
Rechters
D
Gemeenteraad
Slide 16 - Quizvraag
Van wie kreeg een stad, stadsrechten?
A
Magistraat
B
Schout
C
Burgemeester
D
Heer
Slide 17 - Quizvraag
Stadsrechten: het recht van een stad op eigen winkels.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 18 - Quizvraag
Verderkijken?
Hierna volgt een aflevering van SchoolTV. Deze ku je zelf eventueel bekijken thuis.