module 2 les 12

• nt2
• Beroepsopleiding

wat gaan we doen?

les 12: hoofdstuk 10 en herhalen  6,7, 8, 9

les 13: toets + hoofdstuk 12 

les 14: hoofdstuk 13-14

les 15: hoofdstuk 14-15

les 16: eindtoets

het huiswerk was

opdracht 1, 2, 3, 4 a, b, c en d en opdracht 5 a, b, c, d, e, en f van het tekstboek hoofdstuk 10

werkboek van hoofdstuk 10: opdracht 1 - 8

Hebben jullie je huiswerk gemaakt?

ja

nee

Wat is er met Sam gebeurd?

1. hij is op de trap gevallen
2. hij is van de trap gevallen
3. hij is in de trap gevallen
4. hij is met de trap gevallen

Als je waarschuwt, zeg je ...

1. Pas op!
2. Kijk uit!
3. Let op!
4. Alledrie de antwoorden

Wat doet Mounir?

1. Hij gebruikt medicijnen.
2. Hij doet de voordeur open.
3. Hij belt de alarmcentrale.
4. Hij gaat ook op de grond liggen.

Wat vraag je als je hulp nodig hebt?
2 antwoorden zijn goed

1. Kunt u me helpen?
2. Help me, alsjeblieft!
3. Kan ik je helpen?
4. Kijk uit!

Schrijf je adres op (straatnaam en nummer)

www.dobbelsteen.nl

imperfectum/perfectum

wat is er gebeurd? Gebeurd is een

1. participium
2. imperfectum
3. gewoon verbum
4. separabel verbum

ging is de imperfectum van...

1. gingen
2. gangen
3. gaan
4. gegaan

zag is de imperfectum van

1. zeggen
2. zagen
3. zaggen
4. zien

had is de imperfectum van

1. hadden
2. hebben
3. haden
4. heben

kon is de imperfectum van..

1. konnen
2. kannen
3. kunnen
4. kunen

opletten is separabel. Wat is goed?

1. Hij opletten niet goed.
2. Hij niet goed opletten.
3. Hij lette op niet goed.
4. Hij lette niet goed op.

aankomen is separabel. Wat is goed?

1. Ik aankwam om 1 uur.
2. Ik om 1 uur aankwam.
3. Ik om 1 uur kwam.
4. Ik kwam om 1 uur aan.

uitleggen is separabel. Wat is goed?

1. Hij uitleggen de grammatica.
2. Hij leggen de grammatica uit.
3. Hij legt uit de grammatica.
4. Hij legt de grammatica uit.

Mounir belde 112 toen hij Samir zag.

1. toen is hier een conjunctie
2. toen is hier een adverbium

Eerst ging Samir naar boven. Toen viel hij van de trap.

1. Toen is hier een conjunctie
2. Toen is hier een adverbium.

wat gebeurt er als er een conjunctie in de zin staat? (2 antwoorden)

1. na een conjunctie komt een bijzin
2. het verbum staat achteraan in de bijzin
3. na een conjunctie volgt een hoofdzin
4. de volgorde verandert niet

wat gebeurt er als de zin met een adverbium begint?

1. wel inversie
2. geen inversie

omdat, zodat, nadat, voordat, doordat, toen, als, wanneer, hoewel, of,

terwijl, sinds, zodra, mits, tenzij

                    HOOFDZIN : Mounir zag Samir onderaan de trap

HOOFDZIN  CONJUNCTIE      BIJZIN

Mounir belde 112 toen hij  Samir onderaan de trap zag

Mounir belde 112 omdat hij Samir onderaan de trap zag

Mounir belde 112 nadat hij Samir onderaan de trap zag

Daarom, daarvoor, toch, bovendien, ook,

 daardoor, daarna, dan, eerst, ten slotte, anders, toen

Samir ging naar boven. Hij viel van de trap.

NA EEN ADVERBIUM

Eerst ging Samir naar boven. Toen viel hij van de trap

Eerst ging Samir naar boven. Daarna viel hij van de trap.

Eerst ging Samir naar boven. Daarom viel hij van de trap

Eerst ging Samir naar boven. Ook viel hij van de trap

Eerst ging Samir naar boven. Ten slotte viel hij van de trap

https:

opdracht 7

file:///C:/Users/janne/Desktop/Volksuniversiteit/Contact%20materiaal/Contact_nieuw_2_werkblad_hoofdstuk_9-15/Contact_nieuw_2_werkblad_H10.pdf

opdracht 8

Vertel wat je voor en na de lockdown deed

Bijvoorbeeld: Voor de lockdown ging ik altijd naar het zwembad, nu kan dat niet meer.

Voor de lockdown ging ik altijd naar een restaurant....

https:

werkboek hoofdstuk 10

opdracht 10 inleveren.

hoofdstuk 11 thuis

leesopdracht 3, p 100 tekstboek

opdracht 4 a, b, c tekstboek (afkortingen)

leesopdracht 8 werkboek p. 73 

hoofdstuk 12 Hoe ziet het eruit?

personen beschrijven opdracht 3

het adjectief opdracht 4 

comparatief