Oefenvragen

Een heel aantal aandoeningen wordt specifiek veroorzaakt door een defect op het X-chromosoom. Leg uit dat jongens hier veel vaker last van hebben dan meisjes.
1 / 15
volgende
Slide 1: Open vraag
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 6

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen.

Onderdelen in deze les

Een heel aantal aandoeningen wordt specifiek veroorzaakt door een defect op het X-chromosoom. Leg uit dat jongens hier veel vaker last van hebben dan meisjes.

Slide 1 - Open vraag

Een zwarte en een bruine cavia (P) krijgen alleen zwarte nakomelingen. Maak hiervan een kruisingsschema. Noteer genotypen van ouders en nakomelingen.

Slide 2 - Open vraag

Door het verder kruisen van de (zwarte, heterozygote) F1 dieren ontstaat een F2 generatie.
Maak een nieuw kruisingsschema voor deze generatie.
Wat is de genotype verhouding van de F2?

Slide 3 - Open vraag

Door het verder kruisen van de (heterozygote) F1 dieren ontstaat een F2 generatie.
Je hebt net een kruisingsschema gemaakt.
Hoeveel kans heeft een dier uit F2 op een bruine vacht?

Slide 4 - Open vraag

Door het verder kruisen van de (zwarte, heterozygote) F1 dieren ontstaat een F2 generatie.
Maak een nieuw kruisingsschema voor deze generatie.
Wat is de genotype verhouding van de F2?

Slide 5 - Open vraag

Door het verder kruisen van de (heterozygote) F1 dieren ontstaat een F2 generatie.
Je hebt net een kruisingsschema gemaakt.
Hoeveel kans heeft een dier uit F2 op een bruine vacht?

Slide 6 - Open vraag

In een gezin hebben 2 jongens een aandoening. Hun zusjes zijn gezond (zie afbeelding). Leg uit of de aandoening dominant of recessief overerft

Slide 7 - Open vraag

Dochter A heeft een vriend met dezelfde aandoening. Hun zoon krijgt de aandoening ook. Leg uit of zij homozygoot of heterozygoot is.

Slide 8 - Open vraag

Bereken de kans dat het volgende kind van A een gezonde dochter is.

Slide 9 - Open vraag

We kruisen een plant met witte bloemen (BwBw) met een plant met rode bloemen (BrBr).
1. Bepaal de genotypeverdeling in de F1 en vervolgens in de F2.
2. Geef de fenotypeverdeling in de F2.

Slide 10 - Open vraag

Hiernaast is een stamboom weergegeven van een familie waarin aangegeven staat wie de bittere stof PTC kunnen proeven. Dit is erfelijk bepaald.
Leg uit of deze eigenschap mogelijk op een gen op het X-chromosoom ligt.

Slide 11 - Open vraag

Hiernaast is een stamboom weergegeven van een familie waarin aangegeven staat wie de bittere stof PTC kunnen proeven. Dit is erfelijk bepaald.
Leg uit of deze eigenschap mogelijk op een gen op het X-chromosoom ligt.

Slide 12 - Open vraag

Lethale allelen bij dwergrunderen:
Een homozygoot dominant genotype (HH) een 'Kerry-variant'.
Bij de kruising van twee 'Dextervariant' (Hh) runderen zal het Bulldogkalf (hh)de zwangerschap niet overleven.
Laat met een kruisingsschema zien dat de kans op een levend Dexterkalf uit 2 Dexterrunderen 2/3 is.

Slide 13 - Open vraag

Leg uit waarom de vergelijking tussen eeneiige en twee-eiige tweelingen zo geschikt is voor dit soort onderzoek.

Slide 14 - Open vraag

Het genetisch materiaal komt bij twee-eiige tweelingen gemiddeld voor 50% overeen. Kan dit ook 75% zijn?
A
Ja
B
Alleen bij tweelingen van hetzelfde geslacht
C
Nee. Dan zouden ze meer dan de helft van hun DNA met hun ouders delen.
D
Nee. Dan zouden ze minder dan de helft van hun DNA met hun ouders delen.

Slide 15 - Quizvraag