H1.5 De zon: motor van de luchtcirculatie

H1.5 De zon: motor van de luchtcirculatie
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolmavoLeerjaar 4

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

H1.5 De zon: motor van de luchtcirculatie

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we doen? 
  • Kennis activeren
  • Leerdoelen
  • Uitleg: luchtcirculatie op aarde 
  • Opdrachten maken
  • Afsluiten les  

Slide 2 - Tekstslide

Welke vorm van neerslag ontstaat er vooral in berggebieden?
A
stijgingsneerslag
B
stuwingsneerslag
C
frontale neerslag

Slide 3 - Quizvraag

Rond de evenaar is er veel stijgingsneerslag omdat
A
Er weinig verschillende seizoenen zijn
B
De zonkracht hier voor veel opstijgende lucht zorgt
C
Door de windrichting vanuit zee
D
Er veel planten en bomen aanwezig zijn

Slide 4 - Quizvraag

Hoe ontstaat ook alweer frontale neerslag?
A
Door sterke opwarming van de lucht door zon
B
Door gebergten die de lucht doen opstijgen
C
Door sterke verdamping van de lucht
D
De botsing van koude en warme lucht

Slide 5 - Quizvraag

Sleep de woorden naar de goede plek in de tekening
Loefzijde
Lijzijde
Stuwingsregen
Regenschaduw

Slide 6 - Sleepvraag

In een waterkringloop onderscheiden we:
1. condensatie
2. infiltratie
3. neerslag
4. ondergrondse afstroming
5. verdamping

Welke stappen vinden achtereenvolgens plaats in de waterkringloop als je begint bij oceanen en zeeën?
A
1 - 3 - 4 - 2 - 5
B
1 - 5 - 3 - 4 - 2
C
5 - 4 - 1 - 3 - 2
D
5 - 1 - 3 - 2 - 4

Slide 7 - Quizvraag

Welk water beweegt zich het minst snel door de waterkringloop?
A
Rivierwater
B
Grondwater
C
Gletsjer in de bergen
D
Oppervlaktewater

Slide 8 - Quizvraag

Slide 9 - Video

zoninvalshoek = hoek die een bundel zonnestralen maakt met het aardoppervlak.

* een grote invalshoek bij de evenaar
* een kleine invalshoek bij de polen

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Regel 2
Wind waait op het aardoppervlak altijd van hogedrukgebied naar lagedrukgebied.
Dus van gebied met dalende lucht (teveel) naar gebied met stijgende lucht (tekort)
Regel 1

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Aan de slag!
Wat: maken opdrachten van H1.5
Wie: samen met een buur
Hoe: fluistertoon
Tijd: rest van het lesuur
Klaar?: nakijken H1.5

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide