windenergie: Voordeel: windmolens worden steeds goedkoper. Nadeel: niet betrouwbaar, want het waait niet altijd. Of: lelijk of lawaaierig in de nabijheid van woonhuizen.
zonne-energie: Voordeel: iedereen kan zonnepanelen op het dak leggen. Nadeel: de zon schijnt niet altijd. Of: de opbrengst in de winter is laag.
biomassa: Voordeel: afval van tuinen en houtkap worden zo nuttig gebruikt. Nadeel: als er bossen worden gekapt en die niet opnieuw worden aangeplant, is het niet duurzaam.
hydro-elektriciteit: Voordeel: in de bergen kun je zo goedkoop hoogteverschillen gebruiken. En er is meer dan voldoende water. Nadeel: er moeten meren worden aangelegd (stuwmeren), waardoor gebieden onder water komen.
geothermische energie: Voordeel: aardwarmte kost niets, is goedkoop. Nadeel: niet overal zit de aardwarmte met een hoge temperatuur dicht aan het aardoppervlak.
Slide 10 - Tekstslide
In welke energiesoorten zou jij investeren?
A
in hydro-elektriciteit en zonne-energie
B
in aardwarmte en windenergie en biomassa
C
Kernenergie
D
fossiele brandstoffen
Slide 11 - Quizvraag
§6.2 Welke veranderingen zijn er in het klimaat van Nederland?
Slide 12 - Tekstslide
B42 Weer en klimaat
Het weer: temperatuur, neerslag, wind op bepaalde plaats en op bepaald moment. (elke dag anders)
Het klimaat: gemiddelde weer in een bepaald gebied en over een langere tijd (meestal 30 jaar, en verandert langzaam).
Slide 13 - Tekstslide
Slide 14 - Video
Opdracht
Wat? Maken §6.2, opdr. 3
Gaat over het fimpje van de vorige slide.
timer
3:00
Slide 15 - Tekstslide
B143 Klimaatverandering is normaal
Koude en warme periodes wisselen elkaar af ➡ glacialen en interglacialen
Verschil met temperatuurstijgingen in het verleden: Rol van de mens ➡ versterkt broeikaseffect
Slide 16 - Tekstslide
Wat denk jij? Hebben wij mensen echt invloed op de klimaatverandering?
Ja, wij versterken het broeikaseffect met ons gedrag, en we kunnen er nog wat aan doen
Ja, wij hebben het versterkt, maar wij kunnen er niets meer doen tegen de klimaatverandering
nee, het broeikaseffect was er altijd al,en de natuur maakt de meeste CO2
Slide 17 - Poll
Extra uitleg bron 4
Scenario's knmi
Verschil G en W.
Bij W stijgt de temperatuur meer dan bij G.
Gaan de luchtstromen ook nog wijzigen dan krijgen we nog meer veranderingen. Dit zie je bij de G+ en W+ scenario's
Slide 18 - Tekstslide
Wat denk jij dat het grootste gevaar is van de klimaatverandering voor Nederland?
Slide 19 - Open vraag
Huiswerk
Maken: §6.2 opdracht 1 t/m 6
Leren: begrippen §6.1 en §6.2
Vergeet niet na het maken van het huiswerk de laatste vragen te maken op de volgende slide!
Slide 20 - Tekstslide
Samenvattende opdracht: leg uit hoe de temperatuur en de neerslag gaan veranderen in Nederland volgens het KNMI
Slide 21 - Open vraag
Wat heb je nog niet goed begrepen? Vertel het hier.