8.2 Je ademt

Hoe adem je?
  • Als de borstkas en longen groter worden, adem je in
  • Als de borstkas en longen kleiner worden, adem je uit
1 / 33
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 33 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 6 videos.

Onderdelen in deze les

Hoe adem je?
  • Als de borstkas en longen groter worden, adem je in
  • Als de borstkas en longen kleiner worden, adem je uit

Slide 1 - Tekstslide

Vandaag
-Bespreken opdracht 12
-Uitleg 8.2 (deel 1) 
-Zelfstandig werken

Slide 2 - Tekstslide

§8.2 - Je ademt
Je leert hoe je ademhaalt 
Je leert hoe zuurstof in je bloed komt 
Je leert waarom je door je neus moet ademhalen 

Slide 3 - Tekstslide

Sluit je ogen en luister mee

Slide 4 - Tekstslide

hoe haal je adem
longen zitten met een vlies vast in de borstholte.

borstademhaling: met je ribben
buikademhaling: met je middenrif

lees/leer blz. 45 goed (5 min.). Probeer daarna zelf op te schrijven.
timer
5:00

Slide 5 - Tekstslide

inademen manier 1:

Slide 6 - Open vraag

uitademen manier 2:

Slide 7 - Open vraag

Slide 8 - Video

Inademen
  1. Tussenribspieren en middenrifspieren trekken samen.
  2. Ribben kantelen omhoog en het middenrif wordt plat. 
  3. Borstholte en je longen worden groter. 
  4. Lucht in je longen krijgt meer ruimte, daardoor neemt de luchtdruk in je longen af. 
  5. Lucht stroomt vanzelf naar binnen: je ademt in. 

Slide 9 - Tekstslide

Uitademen

  1. Tussenribspieren en middenrifspieren ontspannen.
  2. Ribben zakken naar beneden. Het middenrif wordt bol.
  3. Borstholte en longen worden kleiner.
  4. Lucht in je longen krijgt minder ruimte, luchtdruk neemt toe.
  5. Lucht stroomt naar buiten: je ademt uit. 

Slide 10 - Tekstslide

Ademhaling
Ribademhaling of borstademhaling: het bewegen van je ribben om te ademen.
Middenrifademhaling of buikademhaling: het bewegen van je middenrif om te ademen.

Ze gebeuren meestal tegelijk

Slide 11 - Tekstslide

0

Slide 12 - Video

Verwerkingsvragen
Bij de hik trekken de middenrifspieren zich krampachtig samen. Door de adem in te houden, of wat water te drinken tijdens de hik, gaat de hik meestal wel over. Vooral als het hikken lang duurt, kan dat erg vermoeiend zijn.

1) Gaat bij de samentrekking van de middenrifspieren het middenrif omhoog of omlaag?
2) Heeft dit inademing of uitademing tot gevolg?

Slide 13 - Tekstslide

Verwerkingsvragen
Bij de hik trekken de middenrifspieren zich krampachtig samen. Door de adem in te houden, of wat water te drinken tijdens de hik, gaat de hik meestal wel over. Vooral als het hikken lang duurt, kan dat erg vermoeiend zijn.

1) Gaat bij de samentrekking van de middenrifspieren het middenrif omhoog of omlaag?
2) Heeft dit inademing of uitademing tot gevolg?

1 = omlaag / 2 = inademing

Slide 14 - Tekstslide

Verwerkingsvragen
In zeer ernstige gevallen van blijvende hik kan een zenuw vlak bij het middenrif doorgesneden worden. De middenrifspieren kunnen dan niet meer gebruikt worden voor de ademhaling.

Met welke spieren kan deze patiënt dan nog wel ademhalen?

Slide 15 - Tekstslide

Verwerkingsvragen
In zeer ernstige gevallen van blijvende hik kan een zenuw vlak bij het middenrif doorgesneden worden. De middenrifspieren kunnen dan niet meer gebruikt worden voor de ademhaling.

Met welke spieren kan deze patiënt dan nog wel ademhalen?

tussenribspieren

Slide 16 - Tekstslide

Nu en huiswerk
-Lees paragraaf 8.2 blz 44 en 45
-Maak van paragraaf 8.2 opdracht 3, 4, 5, en 6

Dit is huiswerk voor woensdag 13 oktober. 
timer
10:00

Slide 17 - Tekstslide

Vandaag
-Herhalen vorige les
-Vervolg uitleg 8.2 met practicum 
-Zelf afronden 8.2 
-SO opgeven

Slide 18 - Tekstslide

Het ademhalingsstelsel

Slide 19 - Tekstslide

Wat is de functie van de kraakbeenringen in de luchtpijp?

Slide 20 - Open vraag

0

Slide 21 - Video

Gaswisseling
De uitwisseling van zuurstof en koolstofdioxide 

Verloopt snel door: 
  • Groot oppervlak van longblaasjes
  • Wand van longblaasjes heel dun
  • (Veel) haarvaten rond longblaasjes hebben dunne wand
  • Constante verversing lucht door ademhaling

Slide 22 - Tekstslide

Gaswisseling

Slide 23 - Tekstslide

Bevat ingeademde lucht meer of minder zuurstof dan uitgeademde lucht?  


Blz 75 werkboek

Slide 24 - Tekstslide

0

Slide 25 - Video

Waarom moet je ademhalen door je neus? 

Slide 26 - Tekstslide

Lucht klaargemaakt voor longblaasjes
  1. Neusharen houden grote stofdeeltjes tegen.
  2. Slijmcellen in neusholte, luchtpijp en bronchiën maken slijm -> maakt lucht vochtig en stofdeeltjes en ziekteverwekkers blijven plakken.
  3. Trilhaartjes in het slijmvlies van luchtpijp en bronchiën zwiepen slijm met stofdeeltjes en ziekteverwekkers naar keelholte.

Slide 27 - Tekstslide

0

Slide 28 - Video

de luchtpijp vertakt zich in
A
bronchiën
B
longblaasjes
C
luchtpijpvaten
D
luchtpijptakjes

Slide 29 - Quizvraag

waarom kan er snel gaswisseling plaatsvinden in de longen?

A
de wand van de luchtpijp is erg dun
B
er zit een laagje slijm in de longblaasjes
C
Het oppervlak van de longblaasjes is groot
D
alle antwoorden zijn goed

Slide 30 - Quizvraag

je kunt beter ademhalen door je neus omdat
A
de lucht dan wordt verwarmd
B
je gewaarschuwd wordt voor gevaarlijke stoffen
C
de lucht vochtig gemaakt wordt
D
alle antwoorden zijn goed

Slide 31 - Quizvraag

0

Slide 32 - Video

Nu en huiswerk
Pak je agenda:
-SO over paragraaf 8.1 en 8.2 op woensdag 3 november

Nu:
Lees blz 46 en 47 tekstboek
Maak van paragraaf 8.2 opdracht 8, 9, 10, 12, 13, 14

Slide 33 - Tekstslide