Donderdag 22 september

1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Eerst even terug naar donderdag

Slide 2 - Tekstslide

é / è

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Hoe klinkt de é in het woord degré?
A
als de e in mee
B
als de e in ver
C
als de e in de

Slide 5 - Quizvraag

Hoe klinkt de è in het woord très?
A
als de e in mee
B
als de e in ver
C
als de e in de

Slide 6 - Quizvraag

schrijf de woorden over:
un café / très bien

Slide 7 - Open vraag

Le passé composé noem je in het Nederlands de
A
onvoltooid tegenwoordige tijd
B
voltooid verleden tijd
C
de voltooid tegenwoordige tijd
D
de toekomende tijd

Slide 8 - Quizvraag

avoir is een onregelmatig werkwoord. Hoe zeg ik "ik heb gehad" in het Frans?
A
J'ai eu
B
J'eu
C
J'ai avoiré

Slide 9 - Quizvraag

être en faire zijn ook onregelmatig. Kies de juiste vertaling van ik ben geweest en ik heb gedaan
A
j'ai éte / j'ai fait
B
je suis été / j'ai fait
C
je suis êtré / j'ai fairé

Slide 10 - Quizvraag

Nous (aimer) le nouveau film de Mélanie.

Slide 11 - Open vraag

Les chats (être) très content de leur menu.

Slide 12 - Open vraag

Tu as été où?

Slide 13 - Open vraag

Leerdoel 
je kunt een fotoreportage over vakantie begrijpen
je leert woorden kennen die te maken hebben met vakantie en met het weer (vocabulaire B) 

Slide 14 - Tekstslide

vocabulaire B (et un peu de A)
Madagascar, c'est chouette
p. 27

Slide 15 - Tekstslide

la soeur
au début
la météo
le voyage
pourquoi?
le voyage
le frère
la sortie
parce que
après
il pleut
il fait froid
le pays
la famille
il fait chaud
il a plu

Slide 16 - Sleepvraag

Slide 17 - Tekstslide

J'ai voyagé...
en voiture
en train
en avion
en bateau

Slide 18 - Tekstslide

Comment tu as voyagé?

Slide 19 - Open vraag

J'ai peur
arm 
ik geloof
je prends

Slide 20 - Sleepvraag

la soeur
au début
la météo
le voyage
pourquoi?
le voyage
le frère
la sortie
parce que
après
il pleut
il fait froid
le pays
la famille
il fait chaud
il a plu

Slide 21 - Sleepvraag

les devoirs
apprendre vocabulaire A et B
le passé composé p. 32 et 34
et ex. 20, 21 et 22 (Grandes Lignes online)

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide