Uitleg Toets Unit 5

Grammatica vd Toets
Unit 4:
  • Present Simple
  • Present Continous
Unit 5:
  • Trappen van Vergelijking
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

In deze les zitten 22 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Grammatica vd Toets
Unit 4:
  • Present Simple
  • Present Continous
Unit 5:
  • Trappen van Vergelijking

Slide 1 - Tekstslide

Present Simple

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Present Simple 2

Slide 4 - Tekstslide

Hoe maak je een vraag met de  present simple?

do/does + onderwerp+ ww 


Do you sing?

Does He talk?

Do they dance?

Slide 5 - Tekstslide

Hoe maak je een ontkenning met de present simple?

Onderwerp + don't /doesn't + ww 


I don't sing.

He doesn't talk.

They don't dance.

Slide 6 - Tekstslide

present simple

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Hoe maak je de present continuous?

Slide 9 - Tekstslide

Present Continuous

Slide 10 - Tekstslide

 Present simple vs Present Continuous

Slide 11 - Tekstslide

Present simple & present continuous

Slide 12 - Tekstslide

Vergelijkingen: comparisons
- in een zin wordt een persoon of een ding met een andere persoon/ding vergeleken
- die vergelijking wordt gedaan dmv het bijvoegelijk naamwoord - waarmee je iets beschrijft.

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Trappen van vergelijking

Slide 15 - Tekstslide

Comparisons
bijvoeglijk naamwoord met 3 lettergrepen: more en most
beautiful - more beautiful - most beautiful
attractive - more attractive - most attractive

Slide 16 - Tekstslide

Trappen van vergelijking

Slide 17 - Tekstslide

Comparisons - rules
Eén lettergreep: -er/-est
Twee lettergrepen op -le, -er, -ow, -y: -er/est

Twee lettergrepen met ander einde: more/most
Drie of meer lettergrepen: more/most

Exceptions:
good - better - best
bad - worse - worst

Slide 18 - Tekstslide

Comparisons
Wil je zeggen dat iets hetzelfde is, dus bijvoorbeeld
Harry is net zo groot als Manon
dan gebruik je in het Engels:  as .......... as

Harry is as big as Manon

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Comparisons ( vergelijkingen)
Let op:

Korte woorden: -er/ -est
Lange woorden: more/ most

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide