6.1 Organismen indelen

Welkom!
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Welkom!

Slide 1 - Tekstslide

Vooraf
Teams --> oudergesprekken

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelen
  • Je leert dat je organismen indeelt in vier groepen.
  • Je leert hoe je de naam van een plant of dier kunt opzoeken.
  • Je leert dat elke soort een eigen leefomgeving heeft.

Slide 3 - Tekstslide

Welke verschillende organismen verwacht jij in een tuin in de zomer allemaal?

Slide 4 - Open vraag

Wat leeft er om je heen?
Alle organismen op de wereld kun je indelen in vier rijken:
  1. Dierenrijk
  2. Plantenrijk
  3. Schimmelrijk
  4. Bacterierijk

Deze rijken kun je inderdaad steeds weer verder verdelen, 
zoals op de afbeelding rechts te zien is.

Slide 5 - Tekstslide

Hoe krijgen organismen hun naam?
Rijk
Afdeling
Klasse
Orde
Familie
Geslacht
Soort

Ezelsbruggetje:
(R) Ak of Gs?

Slide 6 - Tekstslide

Hoe krijgen organismen hun naam?
De kleinste groep om organismen in te delen is het soort. Soorten kunnen samen vruchtbare nakomelingen krijgen. Verschillen binnen een soort noemen we een ras.
 

Slide 7 - Tekstslide

Hoe krijgen organismen hun naam?
Elk soort heeft een wetenschappelijke naam. 
Het eerste deel van de wetenschappelijke naam is de geslachtsnaam.
Het tweede deel is de soortaanduiding.


Slide 8 - Tekstslide

Hoe vind je de naam van organismen?

Determineren = naam opzoeken van
Bij determineren kijk je naar de kenmerken 

Slide 9 - Tekstslide

Waarom zijn er geen eekhoorns op het strand?
Organismen leven op de plek waar de omstandigheden om te overleven voor hun precies goed zijn. Zo'n omgeving met de juiste leefomstandigheden noemen we een biotoop. De biotoop van een eekhoorn is het bos, daarom vindt je geen eekhoorn op het strand.
De omstandigheden die je in een biotoop vind, noem je factoren.
Factoren kunnen biotisch of abiotisch zijn. Biotische factoren zijn levende factoren, zoals voedsel, soortgenoten en planten. Abiotische factoren zijn niet levende factoren, zoals het weer, de zon en aanwezigheid van water.

Slide 10 - Tekstslide

Waarom zijn er geen eekhoorns op het strand?
De omstandigheden die je in een biotoop vind, noem je factoren.
Factoren kunnen biotisch of abiotisch zijn. Biotische factoren 
zijn levende factoren, zoals voedsel, soortgenoten en planten. 
Abiotische factoren zijn niet levende factoren, zoals het weer, 
de zon en aanwezigheid van water.

Slide 11 - Tekstslide

Waarom zijn er geen eekhoorns op het strand?
Alle organismen die samen in een biotoop leven noemen
we een levensgemeenschap.

Slide 12 - Tekstslide

Zonlicht
A
Biotisch
B
Abiotisch

Slide 13 - Quizvraag

Roofdieren
A
Biotisch
B
Abiotisch

Slide 14 - Quizvraag

Een meer
A
Biotisch
B
Abiotisch

Slide 15 - Quizvraag

In welke vier groepen kun je organismen indelen?

Slide 16 - Open vraag

Welke twee delen heeft een wetenschappelijke naam?

Slide 17 - Open vraag

Geef het rijk, afdeling, klasse, orde, familie, geslacht, soort en wetenschappelijke naam van de hond

Slide 18 - Open vraag

Waarom moeten we organismen indelen?

Slide 19 - Open vraag