Doelgericht zijn en plannen is weten wat je doel is, welke taken je moet uitvoeren om dat doel te bereiken en in welke volgorde je dit doet.
Waarom is het belangrijk om goede doelen op te stellen?
Slide 5 - Tekstslide
Stelling Johan Cruijff: "Als je je doel niet kent, kun je ook niet scoren"
A
Eens
B
Oneens
Slide 6 - Quizvraag
SMART
Wie kent SMART doelen?
Om leerdoelen inzichtelijk en haalbaar te maken, worden deze SMART geformuleerd.
SMART staat voor:
S = Specifiek
M = Meetbaar
A = Acceptabel
R = Realistisch
T = Tijdgebonden
Slide 7 - Tekstslide
S = specifiek
Om een doel specifiek te maken stellen we de 5xW-vragen
Wat wil je bereiken?
Wie is er bij betrokken?
Waar gaat het gebeuren?
Wanneer gebeurt het?
Waarom wil je het bereiken?
Let op: zorg voor een korte, duidelijke en concrete waarneembare actie/ resultaat
Er moet een duidelijk verband zijn tussen de doelstelling en de activiteiten
Niet specifiek: ‘In februari start ik met een leuke PEP plek’.
Wel specifiek: ‘Voor januari 2020 heb ik een PEP plek gevonden binnen de ouderenzorg’.
Slide 8 - Tekstslide
M = meetbaar
Hoe is het doel te meten?
Wat zien/ merken anderen of jij in de praktijk?
Wat is er af als het af is?
Een SMART-doel moet je/ anderen met de zintuigen kunnen waarnemen (zien, horen, proeven, ruiken of voelen)
Niet meetbaar: ‘Aan het einde van periode 2 laat ik niet meer over mij heen lopen.
Wel meetbaar: ‘Aan het einde van periode 2 kan ik op een assertieve wijze mijn eigen grenzen aangeven bij klasgenoten’.
Slide 9 - Tekstslide
A = acceptabel
Is er voldoende draagvlak (bij jezelf en anderen) om het doel te behalen?
Niet acceptabel: Vandaag (8-12) stel ik het volgende doel voor mijzelf: ‘Op zondag 13 december is challenge 2 voor het vak LOG ingeleverd’.
Wel acceptabel: ‘Op zondag 24 januari is challenge 2 voor het vak LOG ingeleverd’.
Slide 10 - Tekstslide
R = realistisch
Is het doel haalbaar voor mij en/of anderen?
Zijn de inspanningen niet te hoog of te laag?
Niet realistisch: ‘Cliënt X met een meervoudige lichamelijke beperking wint volgend jaar de Olympische Spelen’ of ‘De 0MZ4D behaald in juli 2021 het diploma MZ4’.
Wel realistisch: ‘Cliënt X met een meervoudige lichamelijke beperking traint één keer per week voor de Paralympix’ of ‘Alle 27 studenten uit de 0MZ4D hebben aan het einde van periode 4 een voldoende beroepshouding'.
Slide 11 - Tekstslide
T = tijdsgebonden
Wanneer begin je met de activiteiten?
Wanneer ben je klaar?
Wanneer is je doel bereikt?
Let op: Een SMART-doelstelling heeft een duidelijke startdatum en einddatum.
Bijv: ‘Aan het einde van periode 2, leerjaar 2020-2021, kan ik op een assertieve wijze mijn eigen grenzen aangeven bij klasgenoten’.
Wij gebruiken cookies om jouw gebruikerservaring te verbeteren en persoonlijke content aan te bieden. Door gebruik te maken van LessonUp ga je akkoord met ons cookiebeleid.