Beroepsethiek en de beroepscode

Beroepsethiek en de beroepscode
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
CommunicatieMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

Beroepsethiek en de beroepscode

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoel
  1. Aan het einde van deze les weet je wat beroepsethiek is en wat dit te maken heeft met de beroepscode.
  2. Je bespreekt vanuit de beroepsethiek een casus met je klasgenoten
  3. Je neemt actief deel aan de klassikale nabespreking van de casussen

Slide 2 - Tekstslide

Sta stil bij het leerdoel en leg uit waarom dit belangrijk is om te leren.
Wat weet jij al over beroepsethiek en de beroepscode?

Slide 3 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Wat is beroepsethiek?
Beroepsethiek gaat over de morele waarden en normen die horen bij een bepaalde beroepsgroep.

Slide 4 - Tekstslide

Stel de vraag: wat zijn volgens de leerlingen morele waarden en normen? Bespreek kort en link aan beroepsethiek.
Waarom is beroepsethiek belangrijk?
Beroepsethiek zorgt voor een juiste omgang met cliënten, patiënten of klanten en draagt bij aan een goede reputatie van het beroep.

Slide 5 - Tekstslide

Vraag de leerlingen waarom zij denken dat beroepsethiek belangrijk is en link aan het belang van een goede reputatie.
Voorbeelden van beroepsethiek
Voorbeelden van beroepsethiek zijn: het waarborgen van privacy, het geven van eerlijke informatie en het respectvol omgaan met anderen.

Slide 6 - Tekstslide

Vraag de leerlingen of zij nog andere voorbeelden kennen van beroepsethiek. Bespreek kort.
Wat is een beroepscode?
Een beroepscode beschrijft de regels en normen die gelden voor een bepaalde beroepsgroep en dient als leidraad voor het handelen van de beroepsbeoefenaar.

Slide 7 - Tekstslide

Vraag de leerlingen of zij weten wat een beroepscode is en link aan de beschrijving van de regels en normen.
Waarom is er een beroepscode?
Een beroepscode zorgt voor uniformiteit en duidelijkheid binnen een beroepsgroep en draagt bij aan de kwaliteit van het werk dat wordt geleverd.

Slide 8 - Tekstslide

Vraag de leerlingen waarom zij denken dat er een beroepscode is en link aan de uniformiteit en kwaliteit.
Inhoud van de beroepscode
Een beroepscode kan onder andere regels bevatten over geheimhouding, belangenverstrengeling en omgangsvormen.

Slide 9 - Tekstslide

Vraag de leerlingen of zij nog andere onderwerpen kunnen bedenken die in een beroepscode kunnen staan. Bespreek kort.
Hoe gebruik je de beroepscode?
De beroepscode is een leidraad en dient als hulpmiddel bij het maken van keuzes en het oplossen van dilemma's.

Slide 10 - Tekstslide

Vraag de leerlingen hoe zij denken dat de beroepscode gebruikt kan worden en link aan het maken van keuzes en oplossen van dilemma's.
Toepassing in de praktijk
Het is belangrijk om de beroepscode toe te passen in de praktijk en elkaar hierop aan te spreken.

Slide 11 - Tekstslide

Vraag de leerlingen waarom het belangrijk is om de beroepscode toe te passen in de praktijk en link aan het aanspreken van elkaar.
Casus
Je werkt op een advocatenkantoor, waar veel bekende Nederlanders komen. Jouw taak is om de telefoon aan te nemen, dossiers op te ruimen, voor meetings de ruimtes klaar te maken etc. 
Waar schuilen de valkuilen?
Je wordt benaderd door een bekende, je vertrouwt diegene voor 100 %. Diegene vraagt door, wat doe je?
Je zit in de trein, je hoort iemand praten over een cliënt mbt een zaak die jij kent. Wat doe je?


Slide 12 - Tekstslide

Geef een casus en bespreek deze met de leerlingen aan de hand van de beroepscode. Laat de leerlingen actief meedenken.
Samenvatting
Beroepsethiek gaat over de morele waarden en normen die horen bij een bepaalde beroepsgroep. Een beroepscode beschrijft de regels en normen die gelden voor een bepaalde beroepsgroep en dient als leidraad voor het handelen van de beroepsbeoefenaar.

Slide 13 - Tekstslide

Herhaal kort de belangrijkste punten uit de les.
Vragen
Zijn er nog vragen?

Slide 14 - Tekstslide

Geef de leerlingen de mogelijkheid om vragen te stellen en beantwoord deze zo goed mogelijk.
Evaluatie
Laat de leerlingen evalueren wat zij van de les vonden en wat zij hebben geleerd.

Slide 15 - Tekstslide

Vraag de leerlingen wat zij van de les vonden en wat zij hebben geleerd. Gebruik dit om de les te verbeteren.
Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 16 - Open vraag

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

Slide 17 - Open vraag

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 18 - Open vraag

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.