In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Onderdelen in deze les
Beroepshouding 3
Slide 1 - Tekstslide
Opfrissen Ho 10
De beroepscode is een leidraad waarin staat waar de beroepsgroep voor staat en welke waarden en gedragsregels zij in hun beroepsuitoefening belangrijk vinden.
Bij beroepsethiek gaat het om principes en regels waaraan je je als beroepsbeoefenaar bij de uitoefening van je beroep dient te houden.
De basis voor de beroepscode vormen verschillende wetten.
Slide 2 - Tekstslide
Hoeveel heb je de afgelopen week gedaan voor die waarde die vorige week zo belangrijk voor je was.
Slide 3 - Poll
Vandaag
Beroepshouding (Professional)
Grondhouding (Persoonlijk)
3 Aspecten van houding
Slide 4 - Tekstslide
Definitie
Beroepshouding =
de eigenschappen en het gedrag
waarover iemand in zijn beroep
dient te beschikken om zijn beroep goed uit te oefenen.
??? Wat betekent dat woord???
Slide 5 - Tekstslide
Uit je BPV boekje
Slide 6 - Tekstslide
Welke beroepswaarden uit het overzicht in H0 10 kun je herkennen in deze afbeelding?
Slide 7 - Open vraag
Grondhouding
De ontwikkeling van een juiste beroepshouding kun je niet los zien van jezelf, van jou als persoon.
Je grondhouding is de basishouding die bij je persoonlijkheid hoort en onlosmakelijk verbonden is met je persoonlijke waarden en normen.
Slide 8 - Tekstslide
De basis voor je beroepshouding is de houding die je je in de loop van je leven hebt eigengemaakt, ofwel je grondhouding.
Slide 9 - Tekstslide
Toen je aan deze opleiding begon, beschikte je al over een bepaalde houding. Je hebt een bepaalde mentaliteit, een bepaalde instelling tegenover anderen.
Ook heb je gedachten en gevoelens over anderen.
Je grondhouding is zichtbaar in je gedrag.
Slide 10 - Tekstslide
Waarin is jouw eigen grondhouding anders dan wat je bij collega's op stage hebt gezien?
Slide 11 - Open vraag
Welke 3 aspecten kun je herkennen in een houding? (zie je boek)
Slide 12 - Open vraag
3 aspecten van een grond- of beroepshouding
1) gevoelsmatig aspect: je houding wordt bepaald door het gevoel dat de ander bij je oproept;
2) verstandelijk aspect: je houding wordt bepaald door wat je van de ander weet;
3) ethisch aspect: je houding wordt bepaald door wat jij wel en niet belangrijk vindt, door datgene waaraan je waarde hecht.
Slide 13 - Tekstslide
"Ik zie de cliënt als gelijkwaardig medemens." Voor hoeveel % sta jij achter deze uitspraak?
Slide 14 - Poll
"Ik sta open voor cliënten."
Slide 15 - Poll
"Ik heb een voorbeeldfunctie."
Slide 16 - Poll
Lees paragraaf 11.5
Wanneer je de voorgaande stellingen voor minder dan 100% hebt gescoord: Probeer te vergelijken wat het boek zegt over deze zaken.
Slide 17 - Tekstslide
De volgende keer:
Betrokkenheid 11.7
Empathie 11.8
Slide 18 - Tekstslide
Hoe is deze zelfwerkles bevallen?
Slide 19 - Poll
Welke vraag heb je nav deze les?? (dan behandelen we dat de volgende keer)