Les 22/03/23 10:00

Les lezen mantelzorg. 
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Les lezen mantelzorg. 

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoelen 
- Aan het eind van de les kunnen de studenten het doel van de tekst herkennen.
- Aan het eind van de les kunnen de studenten de relatie tussen twee alinea's benoemen.
- Aan het eind van de les kunnen de studenten de hoofdgedachte van de tekst herkennen. 

Slide 2 - Tekstslide

Wat weten jullie al over mantelzorg? 

Slide 3 - Tekstslide

Doelwoorden 
- psychische belasting
- consequenties
- sociaal isolement 

Slide 4 - Tekstslide

Tekst lezen! 
- 10 minuten. 
- Ben je eerder klaar met de tekst lezen? probeer alvast de vragen te maken! 
 

Slide 5 - Tekstslide

Wat is het belangrijkste doel van de schrijver?
A
Overtuigen
B
B. Informeren
C
C. Amuseren
D
D. Instrueren

Slide 6 - Quizvraag

Twintig van de honderd scholieren tussen de 12 en 16 jaar groeit op met een langdurig zieke naaste.
A
wel waar
B
niet waar

Slide 7 - Quizvraag

Drie van de duizend scholieren verleent intensieve hulp.
A
wel waar
B
niet waar

Slide 8 - Quizvraag

In al. 3 staat: ‘Ze zien zich niet als mantelzorger en cijferen zichzelf vaak weg. Met alle consequenties van dien.’ Welke consequentie wordt o.a. bedoeld?
A
Dat jonge mantelzorgers slecht zichtbaar zijn.
B
Dat ze moeilijk aansluiting vinden bij bestaande hulp voor mantelzorgers.
C
Dat jonge mantelzorgers niet doorhebben dat ze zichzelf opofferen.
D
Dat jonge mantelzorgers geremd kunnen worden in hun ontwikkeling.

Slide 9 - Quizvraag

Wat betekent: ‘Jonge mantelzorgers zijn vaak meer empathisch’ (al.7)
A
Jonge mantelzorgers zijn meer volwassen
B
Jonge mantelzorgers zijn vaak aardiger
C
Jonge mantelzorgers hebben meer inlevingsvermogen
D
Jonge mantelzorgers zijn vaak meer serieus

Slide 10 - Quizvraag

Wat is de relatie tussen al. 7 en al. 8?
A
Oorzaak - gevolg
B
Opsomming - tegenstelling
C
Probleem - oplossing

Slide 11 - Quizvraag

Wat doet de schrijver in al. 9
A
Hij geeft een samenvatting van het voorgaande deel van de tekst.
B
Hij trekt een conclusie op basis van het voorgaande deel van de tekst.
C
Hij noemt nog een ander voorbeeld bij het voorgaande deel van de tekst.
D
Hij geeft aanvullende informatie bij het voorgaande deel van de tekst

Slide 12 - Quizvraag

Welke zin geeft het beste de hoofdgedachte van de tekst weer.
A
Eén op de vijf scholieren is mantelzorger maar gelukkig wordt er nu ook leuke dingen voor hen georganiseerd.
B
B. Een aanzienlijke groep scholieren is mantelzorger wat grote gevolgen kan hebben voor hun verdere ontwikkeling.
C
C. Veel scholieren verlenen mantelzorg wat zowel positieve als negatieve effecten heeft op hun ontwikkeling.
D
D. Eén op de vijf scholieren geeft mantelzorg tegenover één op de drie volwassenen.

Slide 13 - Quizvraag

Welke van de volgende zinnen zou jij in een samenvatting zetten?

Slide 14 - Tekstslide

Één op de vijf scholieren tussen de 12 en 16 jaar groeit op met een langdurig zieke naaste; een aantal hiervan verleent intensieve mantelzorg
A
Waar
B
Niet waar

Slide 15 - Quizvraag

Het verlenen van mantelzorg kan remmend werken op hun ontwikkeling
A
Waar
B
Niet waar

Slide 16 - Quizvraag

Een deel van deze groep valt uit het schoolsysteem en komt in een sociaal isolement.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 17 - Quizvraag

Jonge mantelzorgers willen graag contact met lotgenoten op chill-avonden bv.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 18 - Quizvraag

Een deel van de jonge mantelzorgers loopt later vast en heeft dan hulp nodig.


A
Waar
B
Niet waar

Slide 19 - Quizvraag

Doelwoorden 
- psychische belasting
- consequenties
- sociaal isolement 

Slide 20 - Tekstslide