In deze les zitten 40 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
LANGE ONDERWERPEN IN EEN ZIN VINDEN
- je kan de persoonsvorm in een zin vinden
- je kunt een zin in zinsdelen verdelen
- je kan het werkwoordelijk gezegde in een zin vinden
- je kan het onderwerp van een zin vinden,
ook als het een lang onderwerp is
Peter | koopt | een nieuwe laptop | voor zijn vader.
Wanneer je de zin juist verdeelt,
zie je precies welk woord/welke woorden een zinsdeel vormen.
De grizzlybeer | kijkt | naar mij.
Zin met een kort onderwerp:
Peter | koopt | een nieuwe laptop voor zijn vader.
Zin met een lang onderwerp:
De dikke grizzlybeer die uit de prullenbak staat te eten | kijkt | naar mij.
In deze zinnen staat het onderwerp steeds vooraan.
Dus vóór de persoonsvorm.
Na het eten | loopt | oom Oscar | naar huis.
Wie loopt? Oom Oscar.
Het onderwerp staat in deze zin niet vooraan en staat achter de persoonsvorm.
In de volgende oefening moet je alleen
het onderwerp noteren.
Blijf wel in de juiste volgorde ontleden!
(pv, zinsdelen, wwg en ow).
Je mag de eerste stappen (pv, zinsdelen en wwg) in je hoofd of op kladpapier maken.