Samenvattingsles hoofdstuk 11 keuze rechtsvorm

Samenvattingsles hoofdstuk 11 keuze rechtsvorm
1 / 44
volgende
Slide 1: Tekstslide
BedrijfseconomieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 44 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Samenvattingsles hoofdstuk 11 keuze rechtsvorm

Slide 1 - Tekstslide

Indeling hoofdstuk 11 keuze rechtsvorm
11.1 Natuurlijk persoon
11.2 Eenmanszaak
11.3 Vennootschap onder Firma
11.4 Besloten vennootschap en naamloze vennootschap
11.5 Vereniging en stichting

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelen par 11.1
  • Je kunt het begrip rechtsvorm omschrijven
  • Je kunt voorbeelden van rechtsvormen noemen
  • Je kunt de begrippen natuurlijk persoon en rechtspersoon omschrijven 

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Leerdoelen Par 11.2
  • Je kunt het begrip eenmanszaak omschrijven.
  • Je kunt beschrijven hoe een eenmanszaak wordt opgericht.
  • Je kunt een aantal kenmerken noemen van een eenmanszaak.
  • Je kunt de begrippen surseance van betaling en faillissement omschrijven.

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Leerdoelen Par 11.3
  • Je kunt het begrip vennootschap onder firma omschrijven
  • Je kunt beschrijven hoe een VOF wordt opgericht.
  • Je kunt een aantal kenmerken van een VOF noemen. 

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

Leerdoelen Par 11.4
  • Je kunt de BV en NV omschrijven.
  • Je kunt beschrijven hoe een BV en NV wordt opgericht.
  • Je kunt een aantal kenmerken van een BV en NV noemen 

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Tekstslide

Slide 30 - Tekstslide

Slide 31 - Tekstslide

Slide 32 - Tekstslide

Slide 33 - Tekstslide

Slide 34 - Tekstslide

Leerdoelen Par 11.5
  • Je kunt de vereniging omschrijven.
  • Je kunt een aantal kenmerken van de vereniging noemen.
  • Je kunt het verschil aangeven tussen een formele en een informele vereniging. 
  • Je kunt een stichting omschrijven.
  • Je kunt een aantal kenmerken van een stichting noemen.

Slide 35 - Tekstslide

Slide 36 - Tekstslide

Slide 37 - Tekstslide

Slide 38 - Tekstslide

Slide 39 - Tekstslide

Slide 40 - Tekstslide

Slide 41 - Tekstslide

Slide 42 - Tekstslide

Slide 43 - Tekstslide

Slide 44 - Tekstslide