BS5.8 dominant en recessief

BS5.8 dominant en recessief
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

BS5.8 dominant en recessief

Slide 1 - Tekstslide

Planning
Quiz (ter herhaling)
Uitleg BS5.8
Opdracht 1 t/m 3 maken in (online) boek
Afsluiting

Slide 2 - Tekstslide

Chromosomen paar
Chromosoom
Geslachtschromosomen

Slide 3 - Sleepvraag

Sleep het aantal chromosomen naar de juiste cellen (rode vakje)
46 chromosomen
46 chromosomen
46 chromosomen
  23 chromosomen
23 chromosomen

Slide 4 - Sleepvraag

Eicel
levercel van een vrouw
Zaadcel
Zenuwcel van man
1 Y- of 1  X-chromosomen
2  X-chromosomen
1 Y- en 1 X-chromosoom
1   X-chromosoom

Slide 5 - Sleepvraag

Wat is een mutatie?
A
Verandering in je fenotype
B
Is iemand die er anders uitziet. Zoals een albino
C
Een ongecontroleerde celdeling
D
een plotselinge verandering in het genotype van een cel

Slide 6 - Quizvraag

Wat heeft meer invloed? Een mutatie in een geslachtscel of een mutatie in een lichaamscel?
A
Geslachtscel
B
Lichaamscel
C
Beide evenveel
D
Geen van beiden

Slide 7 - Quizvraag

Mutatie
Weinig invloed in enkele lichaamscel


Groter gevolg in geslachtscel.

Slide 8 - Tekstslide

Homozygoot & Heterozygoot
  • Zijn de 2 allelen gelijk, dan ben je homozygoot voor deze eigenschap. (gen B)
  • Zijn de 2 allelen ongelijk, dan ben je heterozygoot voor deze eigenschap (gen A)


Slide 9 - Tekstslide

Dominant of Recessief
  • Het allel dat het sterkst is, bepaalt welke eigenschap jij krijgt. Dat allel noem je dominant. Dit noteren we met een hoofdletter: Bijv. A of B

  • De eigenschap/het allel die niet zichtbaar wordt, noem je recessief. Dit noteren we met een kleine letter: Bijv a of b


Slide 10 - Tekstslide

Gensymbolen (genotype)
Als je homozygoot bent voor deze eigenschap:
- of AA (fenotype zwart haar)   - of aa (fenotype blond haar)




Als heterozygoot heb je dan:  - Aa (fenotype zwart haar)

Slide 11 - Tekstslide

Samenvattend
1. Homozygoot: 2 dezelfde allelen
2. Heterozygoot: 2 verschillende allelen
3. Dominant gen: gen dat overheerst, zie je altijd terug in fenotype
4. Recessief gen: gen dat onderdrukt wordt, zie je alleen terug in fenotype als er geen dominant allel aanwezig is

Slide 12 - Tekstslide

Oefenopgave 
Joep heeft bruine ogen. Van moeder heeft hij een allel voor bruine ogen gekregen, van vader een allel voor blauwe ogen. Is Joep dan homozygoot of heterozygoot voor bruine ogen?
Is "bruine ogen" dominant of recessief?
timer
1:00

Slide 13 - Tekstslide

Bij cavia's is kort haar (R) dominant over lang haar (r)

-Wat is het genotype van een cavia met lang haar?
A
RR
B
rr
C
Rr

Slide 14 - Quizvraag

Bij cavia's is kort haar (R) dominant over lang haar (r)

-Welk(e) genotype(s) kan een cavia met kort haar hebben?
A
RR of Rr
B
rr of Rr
C
Rr

Slide 15 - Quizvraag