Betekenisvolle onderwerpen en thema’s
De leerlingen maken voorwerpen (vliegers) waarin beeldende vorming en techniek samenkomen.
Beeldaspecten
De volgende beeldaspecten komen binnen de context van de betekenisvolle onderwerpen aan de
orde:
- Ruimte: ruimte doorstekende vormen (constructies), ruimte inrichten (rekening houden met
maat), relatie interieur – exterieur.
- Ruimtesuggesties op het vlak: plaatsing van figuren op het vlak, vervagen van kleur, contour
en kleurcontrasten.
- Kleur: kleurnuances en kleurcontrasten, gevoelswaarde van kleuren (vrolijke, sombere, koele,
warme), betekenis van kleuren (symboliek, signaal), systematiek (kleurencirkel), kleur en
sfeer.
- Vorm: vormsoorten (geometrische en organische vormen), karakteristieke houding van
mensen en dieren.
- Textuur: verschillen in textuur (ruw, glad, zacht).
- Compositie: motieven voor decoratie, patronen (spiegelen, herhalen, roteren), opbouw,
ordening, evenwicht en betekenis.
Materiaal en techniek
De mogelijkheden van materiaal en techniek komen binnen de context van betekenisvolle
onderwerpen aan de orde. Hierbij is aandacht voor goed en veilig gebruik van materiaal en
gereedschap.
- Tekenen: tekenen met potlood, kleurpotlood, viltstift,
- Schilderen: beschilderen en versieren van werkstukken
- Werken met textiel: vormen knippen van textiel, weven, vlechten, omwikkelen en knopen met
draden en stroken van textiel
- Ruimtelijk construeren: werken met kosteloos materiaal, werken met constructiemateriaal,
constructie- en verbindingstechnieken met papier en kosteloos materiaal (lijmen met gebruik
van plakranden, inknippen en inschuiven, splitpennen en tape gebruiken), verbinden van hout,
metaal en kunststof.