In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 50 min
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Wat zie je?
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Tekstslide
Slide 6 - Tekstslide
Slide 7 - Tekstslide
Opdracht
Lees steeds de fragmenten. Let op het perspectief. Na afloop van ieder fragment, krijg je de vraag in welk perspectief het fragment is geschreven.
Slide 8 - Tekstslide
Slide 9 - Tekstslide
Perspectief?
A
Ik-verteller
B
Hij/zij-verteller
C
Alwetende verteller
D
Meervoudig perspectief
Slide 10 - Quizvraag
Slide 11 - Tekstslide
Perspectief?
A
Ik-verteller
B
Hij/zij-verteller
C
Alwetende verteller
D
Meervoudig perspectief
Slide 12 - Quizvraag
Slide 13 - Tekstslide
Perspectief?
A
Ik-verteller
B
Hij/zij-verteller
C
Alwetende verteller
D
Meervoudig perspectief
Slide 14 - Quizvraag
Slide 15 - Tekstslide
Perspectief?
A
Ik-verteller
B
Hij/zij-verteller
C
Alwetende verteller
D
Meervoudig perspectief
Slide 16 - Quizvraag
Slide 17 - Tekstslide
Perspectief?
A
Ik-verteller
B
Hij/zij-verteller
C
Alwetende verteller
D
Meervoudig perspectief
Slide 18 - Quizvraag
Slide 19 - Tekstslide
Perspectief?
A
Ik-verteller
B
Hij/zij-verteller
C
Alwetende verteller
D
Meervoudig perspectief
Slide 20 - Quizvraag
Slide 21 - Tekstslide
Slide 22 - Tekstslide
Bij een heb je toegang tot de gedachten en gevoelens van : de ik-verteller of de hij/zij-verteller. De personale verteller is in het verhaal. De personale verteller is een perspectief. De heeft een helikopterview en heeft toegang tot de gevoelens en gedachtes van . De alwetende verteller kan geven. De alwetende verteller is een perspectief.
Een personale verteller kan zijn als de verteller bewust informatie achterhoudt of als de verteller mentaal niet stabiel is.