1.3 perspectief

1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 4

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Wat zie je?

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Opdracht
Lees steeds de fragmenten. Let op het perspectief. Na afloop van ieder fragment, krijg je de vraag in welk perspectief het fragment is geschreven.

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Perspectief?
A
Ik-verteller
B
Hij/zij-verteller
C
Alwetende verteller
D
Meervoudig perspectief

Slide 11 - Quizvraag

Slide 12 - Tekstslide

Perspectief?
A
Ik-verteller
B
Hij/zij-verteller
C
Alwetende verteller
D
Meervoudig perspectief

Slide 13 - Quizvraag

Slide 14 - Tekstslide

Perspectief?
A
Ik-verteller
B
Hij/zij-verteller
C
Alwetende verteller
D
Meervoudig perspectief

Slide 15 - Quizvraag

Slide 16 - Tekstslide

Perspectief?
A
Ik-verteller
B
Hij/zij-verteller
C
Alwetende verteller
D
Meervoudig perspectief

Slide 17 - Quizvraag

Slide 18 - Tekstslide

Perspectief?
A
Ik-verteller
B
Hij/zij-verteller
C
Alwetende verteller
D
Meervoudig perspectief

Slide 19 - Quizvraag

Slide 20 - Tekstslide

Perspectief?
A
Ik-verteller
B
Hij/zij-verteller
C
Alwetende verteller
D
Meervoudig perspectief

Slide 21 - Quizvraag

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

Bij een               heb je toegang tot de gedachten en gevoelens van               : de ik-verteller of de hij/zij-verteller. De personale verteller is                   in het verhaal. De personale verteller is een                  perspectief. De                      heeft een helikopterview en heeft toegang tot de gevoelens en gedachtes van              . De alwetende verteller kan                       geven. De alwetende verteller is een perspectief.
Een personale verteller kan                zijn als de verteller bewust informatie achterhoudt of als de verteller mentaal niet stabiel is.

 personale verteller
 één personage
een karakter
subjectief
alwetende verteller
 alle personages
vertellerscommentaar
objectief
onbetrouwbaar

Slide 24 - Sleepvraag

NN - opdracht 1 & 2 (boek havo blz. 183, boek vwo blz. 181)

Slide 25 - Tekstslide