Paragraaf 2: verbanden tussen zinnen

Welkom!
> Pak je leesboek en ga lezen
1 / 10
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 10 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Welkom!
> Pak je leesboek en ga lezen

Slide 1 - Tekstslide

Terugblik
Wat weet je nog van de vorige drie paragrafen?

Slide 2 - Tekstslide

Formuleren §2
Het leggen van verbanden tussen zinnen.

  • Wat zijn verbanden ook alweer?
  • Welke verbanden kennen we al?

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Wat valt je op?
Tom stond op. Hij keek uit het raam. De lucht was donker. Hij was zijn paraplu vergeten. Hij werd nu helemaal nat. Hij liep snel door de regen. Hij moest op tijd zijn voor de bus. Tom had geen ontbijt gehad. Zijn maag knorde. De bus reed net weg. Hij moest wachten op de volgende.

Slide 6 - Tekstslide

Wat valt je op?
Tom stond op. Daarna keek hij uit het raam. De lucht was donker. Omdat hij zijn paraplu was vergeten, werd hij helemaal nat. Toch liep hij snel door de regen, want hij moest op tijd zijn voor de bus. Aangezien Tom geen ontbijt had gehad, knorde zijn maag. De bus reed echter net weg, dus hij moest wachten op de volgende.

Slide 7 - Tekstslide

Wat zijn de dikgedrukte woorden?
Tom stond op. Daarna keek hij uit het raam. De lucht was donker. Omdat hij zijn paraplu was vergeten, werd hij helemaal nat. Toch liep hij snel door de regen, want hij moest op tijd zijn voor de bus. Aangezien Tom geen ontbijt had gehad, knorde zijn maag. De bus reed echter net weg, dus hij moest wachten op de volgende.

Slide 8 - Tekstslide

Tom stond op. Hij keek uit het raam. De lucht was donker. Hij had zijn paraplu vergeten. Hij werd helemaal nat. Hij liep snel door de regen. Hij moest op tijd zijn voor de bus. Hij had geen ontbijt gehad. Zijn maag knorde. De bus reed net weg. Hij moest wachten op de volgende.
Tom stond op. Daarna keek hij uit het raam. De lucht was donker. Omdat hij zijn paraplu was vergeten, werd hij helemaal nat. Toch liep hij snel door de regen, want hij moest op tijd zijn voor de bus. Aangezien hij geen ontbijt had gehad, knorde zijn maag. De bus reed echter net weg, dus hij moest wachten op de volgende.

Slide 9 - Tekstslide

Aan de slag!
Maak opdracht 1 t/m 3 op blz. 232 en 233.

Extra hulp? 


Ben je klaar? Maak opdracht 5.

Slide 10 - Tekstslide