H1 De markt onderzoeken

1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
HandelMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Examentermen
3.2 Kan kleinschalig marktonderzoek uitvoeren/interpreteren (K1) Bezit kennis van onderzoek en onderzoeksmethoden (K1)

3.2.1 doel en doelgroep marktonderzoek
3.2.2 fasen marktonderzoek: probleemstelling, bronnen vaststellen, onderzoeksopzet, informatie verzamelen (deskresearch, fieldresearch), verwerken, analyseren en rapporteren
3.2.3 vormen van marktonderzoek: secundair onderzoek (deskresearch) en primair onderzoek (fieldresearch) kenmerken van en verschillen tussen kwalitatief en kwantitatief marktonderzoek
3.2.4 data-verzamelmethoden (soorten, eisen aan, voor- en nadelen van) secundair: exploratief onderzoek, datamining, instanties voor het aanleveren van secundaire gegevens primair: (gestructureerd-ongestructureerd) interview, (proef)enquête, observatie, panelgesprek
3.2.5 eisen aan gesloten vragen, eisen aan open vragen, voor- en nadelen inzet open en gesloten vragen
3.2.6 voor- en nadelen van toepassen steekproef, fouten bij steekproefonderzoek
3.2.7 begrippen prognoses, populatie, steekproef, a-select, betrouwbaar, representatfie

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

WAAROM IS MARKTONDERZOEK BELANRIJK VOOR JOUW ONDERNEMERSPLAN?

Slide 6 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Lees H1.2  en leg ieder fase in eigen woorden uit
timer
5:00

Slide 7 - Tekstslide

De ondernemer retail heeft voldoende enquêtes voor zijn marktonderzoek
ontvangen.
Welke fasen doorloopt hij hierna?

Slide 8 - Tekstslide

Probleemstelling = Onderzoeksvraag
Wat zijn de 5 voorwaarden van een steekproef?

Slide 9 - Tekstslide

• Betrouwbaar zijn
• Groot genoeg zijn
• Aselect zijn samengesteld
• Representatief zijn
• Nauwkeurig zijn

Slide 10 - Tekstslide

• Betrouwbaar zijn
• Groot genoeg zijn
• Aselect zijn samengesteld
• Representatief zijn
• Nauwkeurig zijn
Lees opdr. 10 over A select en vul hieronder jouw antwoord in
A
Steekproef A
B
Steekproef B
C
Steekproef C
D
Steekproef D

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Een modezaak die de vaste klanten een enquêteformulier laat invullen, doet aan
A
deskresearch
B
fieldresearch.

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Een onderzoek bij de Nederlandse consument naar het aantal aanwezige smartphones is:
A
Kwantitatief onderzoek.
B
Alleen uit te voeren met primaire gegevens.
C
Kwalitatief onderzoek.
D
Alleen uit te voeren met secundaire gegevens.

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Er is sprake van een kwalitatief onderzoek bij een:
A
Onderzoek naar het imago van een product.
B
Onderzoek naar het aantal producten met een keurmerk.
C
Onderzoek door een kwalitatief hoogstaand marktonderzoekbureau.
D
Marktonderzoek met een grote nauwkeurigheid.

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Uit de kassaregistratie van een winkel draait een filiaalmanager iederemaandeen overzicht
van het dagelijks aantal aankopen en de gemiddelde besteding uit.
Deze vorm van onderzoek is een vorm van:
A
Kwalitatief en ad-hoconderzoek
B
Kwalitatief en continuonderzoek
C
Kwantitatief en ad-hoconderzoek
D
Kwantitatief en continuonderzoek

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe bepaal je hiermee jouw assortiment in de boekenwinkel?

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wanneer maak je gebruik van exploratief onderzoek?
A
Als je patronen wilt leren herkennen.
B
Als je heel veel data wilt onderzoeken.
C
Als je nog niet precies weet wat je wilt onderzoeken.
D
Als je wilt weten welke onderwerpen al onderzocht zijn.

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Het verzamelen van gegevens van bonuskaarten is een voorbeeld van:
A
Datamining
B
Exploratief onderzoek
C
Literatuuronderzoek.
D
Observatie

Slide 20 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Kwaliteit van de vragen van een enquête
•  Voorwaarden voor succes zijn: een introductie, duidelijke vragen & makkelijke taal.
Gebruik multiple choice, werk met stellingvragen uitgedrukt in een schaal of gebruik checklistvragen.
• Houd je vragen duidelijk en eenvoudig en concreet. Maak geen vragen die suggestief zijn of voor meerdere uitleg vatbaar. (eenduidig)
• Zet de belangrijkste vragen aan het begin en lastige vragen aan het einde. Zorg voor een logische volgorde in je vragen.  
• Laat aan het slot een ruimte open waar de enquêteerde iets kan schrijven dat hij/zij van belang vindt. Vaak levert dat belangrijke informatie op.
TIP: INVULLEN NAW GEGEVENS PAS AAN HET EINDE 

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat was nieuw
en interessant
voor jou vandaag?

Slide 23 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies