Culturele en kunstzinnige vormingMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3
In deze les zitten 33 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 40 min
Onderdelen in deze les
Berlijn Quiz - 10 vragen
Ronde 1:
saaie vragen over gebouwen en zo
Slide 1 - Tekstslide
1. Hoe heet het regeringsgebouw dat in Berlijn staat?
A
Reichstag
B
Berliner Dom
C
Neue Wache
D
Berliner Kanselarei
Slide 2 - Quizvraag
2. Welk beroemd bouwwerk staat op de grens van Oost en West Berlijn?
A
Brandenburger Tor
B
Fernsehturm
C
Berliner Dom
D
Rote Rathaus
Slide 3 - Quizvraag
3. Wat is de naam van de grootste rivier die door Berlijn stroomt?
A
Rijn
B
Donau
C
Spree
D
Moezel
Slide 4 - Quizvraag
4. Wat is de M10?
A
een bus
B
een tram
C
een metro
D
een weg
Slide 5 - Quizvraag
5. Welke namen hebben de twee 'metro's' die door Berlijn rijden?
A
D Bahn en U Bahn
B
S Bahn en B Bahn
C
S Bahn en U Bahn
D
D Bahn en S Bahn
Slide 6 - Quizvraag
6. Hoeveel dierentuinen heeft Berlijn?
A
0
B
1
C
2
D
3
Slide 7 - Quizvraag
7. Welk dier staat symbool voor Berlijn?
A
beer
B
adelaar
C
zwijn
D
wolf
Slide 8 - Quizvraag
8. Wat is de naam van de metrolijn van de Turmstrasse naar Zoölogischer Garten?
A
U2
B
U5
C
U8
D
U9
Slide 9 - Quizvraag
9. Welke bus stopt bij de Potsdamer Platz?
A
bus 100
B
bus 200
C
bus 100 én bus 200
D
geen van beiden
Slide 10 - Quizvraag
10. Hoe heet het ov kaartje waarmee je maandagavond hebt gereisd?
A
Kurzstrecke
B
Gruppenkarte
C
Bußgeld
D
Einzelfahrt
Slide 11 - Quizvraag
Berlijn Quiz - 10 vragen
Ronde 2:
moeilijke vragen met getallen
Slide 12 - Tekstslide
11. Hoe hoog is de Teufelsberg?
A
90 m
B
120 m
C
140 m
D
160 m
Slide 13 - Quizvraag
12. Hoe oud is de Teufelsberg?
A
77 jaar oud
B
122 jaar oud
C
81 jaar oud
D
nog ouder
Slide 14 - Quizvraag
13. Hoeveel km hebben jullie dinsdag gemiddeld afgelegd?
A
9
B
12
C
15
D
18
Slide 15 - Quizvraag
14. Hoe hoog was de Berlijnse muur?
A
2,7 m
B
3,6 m
C
4,3 m
D
5 m
Slide 16 - Quizvraag
15. Hoeveel inwoners heeft Berlijn ongeveer?
A
4,5 miljoen
B
3,1 miljoen
C
5,3 miljoen
D
3,8 miljoen
Slide 17 - Quizvraag
16. Hoeveel inwoners had Berlijn ongeveer in 1943?
A
4,5 miljoen
B
3,1 miljoen
C
5,1 miljoen
D
3,8 miljoen
Slide 18 - Quizvraag
17. Hoe hoog is de Fernsehturm?
A
381 m
B
318 m
C
386 m
D
368 m
Slide 19 - Quizvraag
18. Wat is de oppervlakte van Tropical Islands?
A
6.600 m2
B
66.000 m2
C
3.300 m2
D
33.000 m2
Slide 20 - Quizvraag
19. Zet de de begeleiders op volgorde van leeftijd (van jong naar oud)
A
Mirjam, Patrick, Lorette, Edwin, Anja
B
Lorette, Mirjam, Edwin, Patrick, Anja
C
Edwin, Lorette, Mirjam,
Anja, Patrick
D
Mirjam, Edwin, Patrick, Lorette, Anja
Slide 21 - Quizvraag
20. Een leerling loopt 5 km per uur. Hij moet om half 10 bij de kleedkamers van Tropical Islands zijn. Hij is nog aan het zwemmen in het grote bad aan de andere kant van de hal. De hal is 360 meter lang. Hoe laat moet hij uiterlijk gaan lopen om op tijd bij de kleedkamers te zijn?
A
4 min
B
6 min
C
8 min
D
10 min
Slide 22 - Quizvraag
Berlijn Quiz - 10 vragen
Ronde 3:
wie is de mol? (en nog een beetje ov)
Slide 23 - Tekstslide
21. Wat verzamelt Anja van der Werf NIET ?
A
pissebedden
B
fossielen
C
munten
D
pokemon
Slide 24 - Quizvraag
22. Wat is GEEN hobby van Edwin Jonker?
A
motorrijden
B
fietsen
C
fotograferen
D
gitaar spelen
Slide 25 - Quizvraag
23. Wat deed Mirjam Koek NIET voordat ze op het Werenfridus kwam werken?
A
Kip verkopen
B
Kinderen opvangen
C
Achter de kassa zitten
D
Honden trimmen
Slide 26 - Quizvraag
24. Hoe heet onze buschauffeur?
A
Kees
B
Chris
C
Koen
D
Carel
Slide 27 - Quizvraag
25. Patrick Hulleman heeft gevoetbald. Op welke positie?
A
voorhoede
B
middenveld
C
verdediging
D
op doel
Slide 28 - Quizvraag
26. In welke stad heeft Lorette Nieborg NIET gewoond?
A
Hoorn
B
Amsterdam
C
Groningen
D
Berlijn
Slide 29 - Quizvraag
27. Maak de zin af:
Kleine Snack, .....
A
Pommetje Porc, bedankt voor de snack
B
Pom York, bedankt voor de curryworst
C
John Pork, bedankt voor het broodje
D
John Dork, bedankt voor de schnitzel
Slide 30 - Quizvraag
28. Wat is het Bußgeld voor het schuin oversteken van de straat?
A
5 euro
B
10 euro
C
25 euro
D
Bußgeld is toch het geld voor het kaartje?
Slide 31 - Quizvraag
29. Bij wie viel er zomaar een waterpistool in zijn broekzak?
A
Duuk
B
Gijs
C
Maarten
D
Ayman
Slide 32 - Quizvraag
30. Hoe beantwoord je de volgende vraag: Darf ich Dich küssen?
Wij gebruiken cookies om jouw gebruikerservaring te verbeteren en persoonlijke content aan te bieden. Door gebruik te maken van LessonUp ga je akkoord met ons cookiebeleid.