Tekstopbouw

1 / 42
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsSecundair onderwijs

In deze les zitten 42 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Slide 4 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Tony Hawk

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is het
onderwerp
van deze
tekst?

Slide 6 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Waarom is de titel niet meteen voor iedereen duidelijk?
A
Omdat niet iedereen weet wie Tony Hawk is.
B
Omdat we niet weten waarom hij is weggeweest.
C
Omdat niet iedereen weet wat terug van weggeweest betekent.

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Tony Hawk

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lees de tekst op de vorige slide.
Kies de correcte bewerking.
A
Als ik niet alleen de titel bekijk maar de hele tekst lees, dan wordt mijn eerst idee over het onderwerp bevestigd. De tekst gaat over de persoon Tony Hawk.
B
Als ik niet alleen de titel bekijk maar de hele tekst lees, dan stel ik vast dat het onderwerp niet de persoon Tony Hawk is. De tekst gaat over het computerspel Tony Hawk Pro Skater.

Slide 9 - Quizvraag

De blauw gedrukte zin zette jou op het spoor van het echte onderwerp van deze tekst. Het is de belangrijkste informatie die de schrijver ons wil meedelen. We noemen die informatie de hoofdgedachte van de tekst.


Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welkom in de skatehemel deel 1

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welkom in de skatehemel deel 2

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welkom in de skatehemel deel 3

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Je leerde dat titels soms een aanwijzing geven over het onderwerp, maar dat dit niet altijd het geval is. Een schrijver kan een titel ook met een andere bedoeling kiezen.
Welke bedoeling heeft de schrijver met de titel 'Welkom in de skatehemel'?
A
Hij wil het verhaal mooier maken dan het in werkelijkheid is.
B
Hij wil de lezer prikkelen om verder te lezen.
C
Hij wil voor onduidelijkheid zorgen.
D
Hij wil de lezer nieuwsgierig maken.

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Een onderwerp kun je vaak met één woord omschrijven. Toch lukt dat niet altijd als je het onderwerp nauwkeurig wil weergeven. In zo'n geval zijn er enkele woorden nodig. Uit de titel Welkom in de skatehemel! kon je afleiden dat de tekst over skaten gaat. Tijdens het scannend lezen kon je vaststellen dat dit onderwerp niet specifiek genoeg is. De schrijver heeft het bijvoorbeeld niet over skaten in Amerika of de nieuwste skatekledij. Lees de tekst nu grondig (keer dus terug in de presentatie)
Welke omschrijving van het onderwerp past het best bij de tekst?

A
Skatemogelijkheden in Gent
B
Het skatepark in de Blaarmeersen
C
De wetgeving voor Gentse skater

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Het meest opvallende hoofdpunt in de tekst is het nieuwe skatepark in de Blaarmeersen.

Welk hoofdpunt was niet van toepassing?

A
Skateparkjes in wijken
B
Skaten op pleinen en straten in het centrum
C
Bouwadvies voor een perfecte halfpipe

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Street skate
Beter dan in Luxemburg

Honderden skaters
Vallen en opstaan

Slide 22 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Street skate
Beter dan in Luxemburg

Honderden skaters
Vallen en opstaan

Slide 23 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Street skate
Beter dan in Luxemburg

Honderden skaters
Vallen en opstaan

Slide 24 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Je merkte dat een tekst "Welkom in de skatehemel" nood had aan structuur. Pas dan wordt hij vlot leesbaar. Weet jij hoe je structuur in een tekst brengt?
Welke bewering klopt niet?
In de volgende slide vind je het originele artikel terug.

A
Ik verdeel de tekst in alinea's.
B
Ik begin elke zin op een nieuwe regel.
C
Ik gebruik per hoofdpunt 1 alinea.
D
Ik gebruik tussentitels.

Slide 26 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 27 - Link

Deze slide heeft geen instructies

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De kleuterjuf is zelf een fotoverhaal aan het maken over het leven van Flap, het klaskonijn. Haar doel is een verhaal vertellen aan de kinderen.
Het fotoverhaal dat ze samenstelt is dus een .

A
Narratieve tekst
B
Persuasieve tekst
C
Opiniërende tekst
D
Prescriptieve tekst

Slide 32 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Kamal gaat helemaal niet akkoord met de beslissing van de directie om het basketbalterrein te vervangen door een tweede voetbalveld. Hij trommelt de leerlingenraad op en samen zetten ze op mail wat ze over die verandering denken. Ze willen hun mening uitleggen . De e-mail die ze sturen is dus een .

A
Narratieve tekst
B
Persuasieve tekst
C
Opiniërende tekst
D
Prescriptieve tekst

Slide 33 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Julia heeft een ernstige ziekte. Ze merkt dat haar vriendin Alexandra steeds onvoorzichtiger wordt als ze op bezoek komt: ze ontsmet haar handen niet en blijft niet op afstand. Julia wil haar niet kwetsen en durft het haar niet rechtstreeks te zeggen. Daarom besluit ze om Alexandra een berichtje te sturen en haar te smeken om voorzichtiger te zijn. Ze wil haar beste vriendin overtuigen om beter op te letten en Julia's gezondheid niet in gevaar te brengen. Julia's berichtje is dus een .
A
Narratieve tekst
B
Persuasieve tekst
C
Opiniërende tekst
D
Prescriptieve tekst

Slide 34 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Fien hoort haar pa vloeken tot boven: "Die handleiding klopt niet! Ik krijg dat stapelbed potverdorie niet gemonteerd!" De handleiding moet pa normaal gezien de juiste instructies geven en zijn acties sturen om het bed vlotjes te monteren. De handleiding is dus een .

A
Narratieve tekst
B
Persuasieve tekst
C
Opiniërende tekst
D
Prescriptieve tekst

Slide 35 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Noor en Alina zijn zo enthousiast over de Netflixreeks 'The Queen's Gambit' dat ze een schaakclub willen starten op school. Ze stellen een folder op waarin vertellen hoe ze de schaakmomenten willen organiseren, wanneer de bijeenkomsten zijn en hoeveel het zal kosten. Ze willen de leerlingen dus goed informeren. Hun folder is een ...

Welke tekstsoort komt hier aan bod?

Slide 36 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Een vlog (teksttype) is een voorbeeld van...
A
Narratieve tekst
B
Persuasieve tekst
C
Opiniërende tekst
D
Prescriptieve tekst

Slide 37 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Een recept (teksttype) is een voorbeeld van...
A
Narratieve tekst
B
Persuasieve tekst
C
Opiniërende tekst
D
Prescriptieve tekst

Slide 38 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Een reclame (teksttype) is een voorbeeld van...
A
Narratieve tekst
B
Persuasieve tekst
C
Opiniërende tekst
D
Prescriptieve tekst

Slide 39 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Een hotelrecensie (teksttype) is een voorbeeld van...
A
Narratieve tekst
B
Persuasieve tekst
C
Opiniërende tekst
D
Prescriptieve tekst

Slide 40 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Geef een ander voorbeeld (teksttype) van een persuasieve tekst.

Slide 41 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Geef een ander voorbeeld (teksttype) van een prescriptieve tekst.

Slide 42 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies