kwaliteitszorg les 3 woensdag

1 / 44
volgende
Slide 1: Video
Pedagogisch werkMBOStudiejaar 3

In deze les zitten 44 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Video

kwaliteit =
de mate waarin iets voldoet aan de verwachtingen

subjectief: wat jij vindt

objectief: wat de wetgever vindt

Slide 2 - Tekstslide

een kwalitatief goede pizza is:

Slide 3 - Woordweb

Wat vind jij belangrijk aan goede kinderopvang
timer
3:00

Slide 4 - Open vraag

kwaliteit op micro niveau: werkvloer

meso niveau: hele organisatie

macro niveau: de hele sector

Slide 5 - Tekstslide

Kwaliteitsbeleving is afhankelijk van:

persoonlijke voorkeur en smaak
tijdgeest
situatie en levensomstandigheden

Slide 6 - Tekstslide

keuken uit de jaren 50

Slide 7 - Tekstslide

Definitie kwaliteit
Kwaliteit is de mate waarin een dienst, artikel of organisatie voldoet aan iemands verwachtingen.


Kwaliteit wordt gekoppeld aan kwaliteitseisen = voorwaarde die wordt verbonden aan kwaliteit:
  • Subjectieve kwaliteitseisen (persoonlijk van aard) Iedereen verstaat er iets anders onder. Dat is lastig, want hoe kun jij in je werk nu kwaliteit leveren, als iedereen er anders over denkt?
  • Objectieve kwaliteitseisen (gericht op feiten).  Dit houdt in dat je kwaliteit moet kunnen meten. Dat kan  als je van tevoren vastlegt, op papier, wat wel kwaliteit is en wat geen kwaliteit is. 

Slide 8 - Tekstslide


Voorwaarden voor kwaliteit:

Materieel: het materiaal en de apparatuur die je nodig hebt om je werk te doen

Slide 9 - Tekstslide

Immaterieel:

Goed contact met collega's
Goed contact met leidinggevenden

Slide 10 - Tekstslide

Immaterieel:
Goed contact met collega's
Goed contact met leidinggevenden
Goede arbeidsvoorwaarden
Voldoende afwisseling in het werk

Slide 11 - Tekstslide

Immaterieel:
Goed contact met collega's
Goed contact met leidinggevenden
Goede arbeidsvoorwaarden
Voldoende afwisseling in het werk
Ontplooiingsmogelijkheden
Eerlijke taakverdeling

Slide 12 - Tekstslide

Immaterieel:
Goed contact met collega's
Goed contact met leidinggevenden
Goede arbeidsvoorwaarden
Voldoende afwisseling in het werk
Ontplooiingsmogelijkheden
Eerlijke taakverdeling
Elkaar serieus nemen
Eigen inbreng hebben

Slide 13 - Tekstslide

kwaliteit in het pedagogisch werk

interactievaardigheden
omgeving
contact met ouders
randvoorwaarden

Slide 14 - Tekstslide

Kwaliteit verbeteren

Het verbeterplan:
Een manier om de kwaliteit van de zorg, organisatie of begeleiding te verbeteren


Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Openstaan voor verandering:
Nieuwe bezems vegen schoon?
Overwin je weerstand
Pas als een nieuwe methode vertrouwd is, bespaar je tijd
Veranderingen moet je kunnen terugdraaien
Na evaluatie kiezen om een methode wel of niet te gaan doen

Slide 17 - Tekstslide

Omgaan met klachten


- signalen zien
- signalen interpreteren
- vraag gericht naar tevredenheid

Een klacht is een KANS

Slide 18 - Tekstslide

Luisteren naar de klacht van een client:

1 luister serieus
2 ga niet in tegenaanval of verdediging
3 probeer open te luisteren
4 stel je zo zakelijk mogelijk op
5 geef de informatie die nodig is om de klacht in te dienen
6 voorkom welles-nietes

Slide 19 - Tekstslide

standaardprocedure:
een richtlijn volgen

protocol:
een document waar precies in staat welke handelingen je in welke volgorde moet uitvoeren

Slide 20 - Tekstslide

voordelen aan het werken met protocollen:

1 iedereen werkt hetzelfde
2 protocol geeft duidelijkheid
3 in complexe situaties maak je minder fouten
4 nieuwe mensen zijn sneller ingewerkt
5 continuïteit hulpverlening verbetert

Slide 21 - Tekstslide

deskundigen raadplegen

maak gebruik van de deskundigheid van ervaren collega's
je kunt een cliënt ook verwijzen naar een beroepsdeskundige
die heeft specifieke kennis en weet meer dan jij

Slide 22 - Tekstslide

Definitie kwaliteitszorg
“Alle systematische en geplande activiteiten die gericht zijn op continue beheersing, bewaking en verbetering van de kwaliteit van zorg noem je kwaliteitszorg.”

Slide 23 - Tekstslide

Wat is kwaliteit in de kinderopvang?
A
plannen van activiteiten
B
acties gericht op borging van kwaliteit
C
spontaan iets doen
D
een kind bewust begeleiden

Slide 24 - Quizvraag

De methodische manier om kwaliteitszorg op te zetten noem je een kwaliteitszorgsysteem. Wat is de basis van het systeem?
A
Toezicht en handhaving
B
kwaliteitseisen, kwaliteitsborging, kwaliteitscontrole, instrumenten
C
Controle en inspectie
D
Maatwerk, instrumenten, keurmerk, audit

Slide 25 - Quizvraag

Kwaliteitszorg is een continue proces. Het gaat dus altijd door.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 26 - Quizvraag

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Tekstslide

IKK
Wet Innovatie en Kwaliteit Kinderopvang (IKK)
In deze wet staan de kwaliteitseisen voor de kinderopvang.
Gericht op:
Het verbeteren van de kwaliteit van de kinderopvang en de ontwikkeling van kinderen.


Slide 29 - Tekstslide

IKK is in 2018 ingegaan, 4 pijlers
Kind staat centraal
Kinderopvang is veilig en gezond
Er is stabiliteit en pedagogisch maatwerk
Kinderopvang is een vak

Slide 30 - Tekstslide

Wat betekent IKK ?
A
Innovatie Kwaliteit Kinderopvang
B
Innovatie Kinderen Kwaliteit
C
Introductie Kwaliteit Kinderopvang
D
Introductie Kinderen Kwaliteit

Slide 31 - Quizvraag

Slide 32 - Video

Kwaliteitszorgsysteem
De methode om kwaliteitszorg op te zetten
Welke 4 elementen vormen de basis van het kwaliteitszorgsysteem?

Slide 33 - Tekstslide

Zelf?
Wat kun jij zelf doen om de kwaliteit te verbeteren?
Hoe houd jij de kwaliteit van je werk op peil?
Hoe kun jij je werk goed doen?
Waarin kun jij (nog) beter worden?

Slide 34 - Tekstslide

Slide 35 - Tekstslide

PDCA is ook alweer
A
plan, denk, check, act
B
plan, do, check, act
C
plant, do, crack, act
D
plan, doos, cheque, act

Slide 36 - Quizvraag

voordeel van werken met protocollen:
A
iedereen werkt hetzelfde
B
nieuwe mensen zijn sneller ingewerkt
C
protocol geeft duidelijkheid
D
alle 3

Slide 37 - Quizvraag

een beroepsdeskundige is:
A
iemand die andere dingen weet dan jij
B
iemand met gespecialiseerde kennis
C
een collega met veel ervaring
D
iemand die een boek heeft geschreven

Slide 38 - Quizvraag

kwaliteit op meso niveau gaat over:
A
de groep
B
de hele bedrijfstak
C
de organisatie
D
alle 3

Slide 39 - Quizvraag

géén voordeel van werken met protocollen is:
A
nieuwe mensen zijn sneller ingewerkt
B
continuïteit hulpverlening verbetert
C
doel van hulpverlening is helder
D
houden geen rekening met bijzondere omstandigheden

Slide 40 - Quizvraag

als een cliënt een klacht heeft...
A
luister ik goed
B
ga ik geen welles-nietes discussie aan
C
ga ik niet meteen in de verdediging
D
alle 3

Slide 41 - Quizvraag

tijdgeest heeft invloed op de beleving van kwaliteit voorbeeld:
A
salaris
B
mobiel abonnement
C
verwarming van je huis
D
alle 3

Slide 42 - Quizvraag

een standaardprocedure is
A
een richtlijn volgen
B
precies doen wat in het protocol staat
C
een protocol
D
variabel

Slide 43 - Quizvraag

géén voorwaarde voor kwaliteit is:
A
genoeg vakantie
B
voldoende afwisseling
C
goed contact met collega's
D
eerlijke taakverdeling

Slide 44 - Quizvraag