Toetsweek en Hoe maak ik een toets? Team mavo/havo 1,2

Toetsweek
1 / 37
volgende
Slide 1: Tekstslide
MentorlesMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 1,2

In deze les zitten 37 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Toetsweek

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Wat neem je mee naar een toets?

Slide 3 - Woordweb

Welke spullen moet je meenemen naar je toets?
  • Blauwe of zwarte pennen
  • Potlood (en gum) voor tekenvragen


Wiskunde

  • Passer?
  • Geodriehoek?
  • Rekenmachine?

Taal
  • Woordenboek?


- Kijk ook altijd in Magister!

- Neem eventueel een leesboek mee voor als je klaar bent

Slide 4 - Tekstslide

Voordat de toets begint
  • Ga je naar het toilet
  • Zorg je dat je telefoon  in je kluisje ligt
  • Leg je je spulletjes op tafel
  • Noteer vast je voor- en achternaam, klas, docent en datum op het antwoordblad
  • Luister je naar de instructie van de docent.

Slide 5 - Tekstslide

Besteed aandacht aan het goed doornemen van de instructie.

Slide 6 - Tekstslide

Instructie
  • Uit hoeveel vragen bestaat de toets?
  • Hoe veel tijd heb je voor de toets?

Slide 7 - Tekstslide

Wat de docent niet kan lezen, wordt fout gerekend.

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Noem twee tips uit het filmpje

Slide 10 - Woordweb

Slide 11 - Video

Welke tips heb jij gehoord voor het omgaan met toetsstress?

Slide 12 - Open vraag

Paniek!
  • Raak niet in paniek; door stress kan je minder goed nadenken.


  • Eerst: even diep ademhalen


  • Sla een moeilijke vraag over zodat je weer vertrouwen krijgt van een antwoord dat je wel weet.

Slide 13 - Tekstslide

Tijdens de toets
  • Lees de vraag goed door en kijk goed wat er precies gevraagd wordt.
  • Je mag op een toets schrijven, doe dit ook!
  • Docenten helpen je tijdens een toets niet

Slide 14 - Tekstslide

Klaar!
  • Controleer of je alles gemaakt hebt (achterkant!)
  • Maak de opgaven die je hebt overgeslagen
  • Gok als je het echt niet weet
  • Controleer of op alle blaadjes je naam staat
  • Lever de toets in
  • Ga zelfstandig en stil wat voor jezelf doen

Slide 15 - Tekstslide

Soorten vragen

Slide 16 - Tekstslide

1. Open vragen
2. Gesloten vragen
3. Meerkeuzevragen

Slide 17 - Tekstslide

1. Open vragen
2. Gesloten vragen
3. Meerkeuzevragen

Slide 18 - Tekstslide

Open vragen
Wordt vaak naar uitleg gevraagd

  • Antwoorden in hele zinnen


TIP: Laat woorden uit de vraag in je anwoorden terugkomen.

Slide 19 - Tekstslide

Waarom werd de Rijn als grens voor het Romeinse Rijk  gebruikt?



Hoe formuleer je je antwoord?

Slide 20 - Tekstslide

Waarom werd de Rijn als grens voor het Romeinse Rijk gebruikt?

Slide 21 - Open vraag

Waarom werd de Rijn als grens voor het Romeinse Rijk gebruikt?
  1. Laat een deel van de vraag in je antwoord komen
  2. Bij uitleg is het handig om woorden als 'want', 'omdat' of 'doordat' te gebruiken.


  • De Rijn werd als grens gebruikt omdat...

Slide 22 - Tekstslide

1. Open vragen
2. Gesloten vragen
3. Meerkeuzevragen

Slide 23 - Tekstslide

Juist of onjuist
  • Je hebt hier altijd te maken met beweringen
  • Lees de bewering goed
  • Let op woordjes als 'altijd', 'nooit', 'alles', 'iedereen' of dubbele ontkenningen.
  • Er is nooit een gelijke verdeling met juist en onjuist-beweringen. Als jij acht keer achter elkaar onjuist hebt, kan dat best juist zijn.
  • Je hebt 50% kans op het goede antwoord: GOK als je het niet weet!

Slide 24 - Tekstslide

Fictieverhalen kunnen nooit realistisch zijn.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 25 - Quizvraag

Meestal behoort een verhaal tot meerdere genres.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 26 - Quizvraag

Non-fictie kan niet verzonnen zijn.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 27 - Quizvraag

1. Open vragen
2. Gesloten vragen
3. Meerkeuzevragen

Slide 28 - Tekstslide

Meerkeuzevragen
  • Zijn altijd op dezelfde manier opgebouwd


  • 1 goed antwoord
  • 1 fout antwoord
  • 1-3 afleiders


  • Afleiders zijn antwoorden die het goede antwoord lijken te zijn, maar iemand met voldoende kennis weet dat die antwoorden onjuist zijn.

Slide 29 - Tekstslide

Hoeveel planeten zijn er in ons zonnestelsel?
A
7
B
8
C
9
D
10

Slide 30 - Quizvraag

A is een afleider, omdat
  • Mensen vergeten nog weleens de aarde mee te tellen.

Slide 31 - Tekstslide

C is een afleider, omdat
  • Tot 2006 was C wel het juiste antwoord, maar vervolgens werd Pluto als dwergplaneet benoemd en hoorde hij dus niet langer tot ons zonnestelsel.

Slide 32 - Tekstslide

D was het foute antwoord.

Slide 33 - Tekstslide

Meerkeuzevragen
  • Lees de vraag goed (Wat wordt er nu eigenlijk van mij gevraagd?)
  • Kijk nog niet naar de antwoorden
  • Bedenk wat volgens jou het goede antwoord moet zijn
  • Kijk of dat antwoord tussen de antwoordmogelijkheden staat


Zie je het goede antwoord niet gelijk?

  • Ga foute antwoorden wegstrepen

Slide 34 - Tekstslide

En onthoud
  • Ga niet op zoek naar patronen in je antwoorden
  • Gok wanneer je het écht niet weet.

Slide 35 - Tekstslide

Korte samenvatting
  • Ga goed voorbereid naar de toets en neem de juiste spullen mee.
  • Luister naar de instructie van de docent en lees de instructie op de toets goed door.
  • Houd de tijd goed in de gaten.
  • Lees de vragen goed. (Wat wordt er nu precies gevraagd?)
  • Als je een vraag niet weet, sla je hem even over en ga je naar een vraag die je wel weet.
  • Controleer of je alle opgaven gemaakt hebt (achterkant!).
  • Als je tijd over hebt: neem je antwoorden nog eens door.
  • Neem iets mee (leesboek) voor als je eerder klaar bent met de toets.



Slide 36 - Tekstslide

Slide 37 - Tekstslide