taak 4 , onderweg naar werk

Taak 4 Onderweg naar werk
In deze taak ga je:
- rekenen met tijd, afstand en snelheid;
- route beschrijvingen volgen
1 / 41
volgende
Slide 1: Tekstslide
RekenenMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 41 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Taak 4 Onderweg naar werk
In deze taak ga je:
- rekenen met tijd, afstand en snelheid;
- route beschrijvingen volgen

Slide 1 - Tekstslide

Taak 4 Onderweg naar werk

Slide 2 - Tekstslide

Mieke reist van huis naar school
1 uur en een kwartier.
Hoeveel minuten reist Mieke?
Je hoeft minuten er niet bij te schrijven

Slide 3 - Open vraag

Door een treinstoring duurt de reis langer, nl 163 minuten.
Hoeveel uren en minuten is ze onderweg?

Slide 4 - Open vraag

Slide 5 - Tekstslide

Hoelaat vertrekt Mieke naar school?
Schrijf met : en 4 cijfers

Slide 6 - Open vraag

Hoe laat is Mieke klaar op school?

Slide 7 - Tekstslide

Hoelaat is Mieke klaar op school?
schrijf het antwoord uit met cijfers en woorden

Slide 8 - Open vraag

Robin woont op 2 kilometer afstand van school. Het duurt ongeveer een kwartiertje.
Hoe hard rijdt Robin met zijn rolstoel?

Slide 9 - Tekstslide

Vul in:
Robin rijdt met zijn rolstoel .. kilometer in .. minuten?

Slide 10 - Open vraag

Een auto rijdt 1 uur en 18 minuten van Utrecht naar Zandvoort

Slide 11 - Tekstslide

Met welke snelheid rijdt de auto?
De auto rijdt .. kilometer in .. minuten

Slide 12 - Open vraag

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Schrijf de tijd in woorden en noem het dagdeel

Slide 23 - Open vraag

Het is 6 uur in de avond. Schrijf de tijd als digitale tijd. (met : en GEEN uur erbij)

Slide 24 - Open vraag

Het is vandaag 21 juli 2022.
Welke datum is het over 1 week.
Schrijf met 8 cijfers en - ertussen.

Slide 25 - Open vraag

Slide 26 - Tekstslide

Ayoub moet 18 minuten lopen naar de huisarts. Hoe laat moet hij vertrekken?
Schrijf de vertrektijd als digitale tijd op?

Slide 27 - Open vraag

Slide 28 - Tekstslide

Hoe laat komt Berend aan op het station? Schrijf de tijd als digitale tijd?

Slide 29 - Open vraag

Freek schaatst 500 m. Hij meet de tijd met een stopwatch en meet 45 seconden. Hoeveel km/uur schaatst hij? Schrijf de berekening op.

Slide 30 - Open vraag

Slide 31 - Tekstslide

Slide 32 - Tekstslide

Wat is de afstand tussen Amsterdam en Abu Dhabi? Antwoord met km

Slide 33 - Open vraag

Slide 34 - Tekstslide

Slide 35 - Tekstslide

Piet kijkt in de richting van het treinstation. In welke windrichting kijkt Piet?

Slide 36 - Open vraag

Michelle kijkt in de richting van het Begijnhof. In welke richting kijkt Michelle?

Slide 37 - Open vraag

Slide 38 - Tekstslide

Slide 39 - Tekstslide

Waar is de bestemming van David?

Slide 40 - Open vraag

Wie wil er extra uitleg?
JA
NEE

Slide 41 - Poll