test 4.2

Test 4.2 Snelheid
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
Mens & NatuurMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Test 4.2 Snelheid

Slide 1 - Tekstslide

Gebruik met berekeningen ALTIJD het 5 stappenplan!
Werk op een kladblaadje!!
Schrijf daarna pas je antwoord op!!
GEBRUIK JE REKENMACHINE!!!

Slide 2 - Tekstslide

Het vijf-stappen-plan

Sleep in de goede volgorde
1
2
3
4
5
Gevraagd
Gegeven
Formule
Berekening
Antwoord

Slide 3 - Sleepvraag

Nyah rijdt op de fiets naar school met een snelheid van 6 m/s. Van huis naar school is 12 kilometer. Hoe lang rijdt ze hierover?
A
33 minuten
B
0,6 minuut
C
2 minuten
D
2 uur

Slide 4 - Quizvraag

Mevrouw Toepoel rijdt met haar nieuwe auto naar Groningen. ZIj doet hier 1 uur en 30 minuten over. Het is een afstand van 180 km. Zij krijgt trajectcontrole en mag niet harder dan 100 km/h. Krijgt zij een bekeuring?
A
Nee, want zij rijdt 72 km/h
B
nee, want zij rijdt 50 km/h
C
Ja, want zij rijdt 138,5 km/h
D
Ja, want zij rijdt 120 km/h

Slide 5 - Quizvraag

Wat is de formule voor tijd?
A
tijd = afstand x snelheid
B
tijd = afstand/tijd
C
tijd = afstand/snelheid

Slide 6 - Quizvraag

Wat is het eerste wat je doet
als je de volgende som gaat
uitrekenen:
Een brommer rijdt gedurende 30 minuten, met een snelheid van 40 km/h. Hoeveel kilometer heeft de brommer afgelegd
A
Je zoekt de formule op
B
je schrijft op, wat gevraagd wordt
C
Je rekent om, hoeveel 30 minuten is als uur
D
je vult de formule in

Slide 7 - Quizvraag

Wat mag je niet vergeten
als je de volgende som gaat
uitrekenen:
Een brommer rijdt gedurende 30 minuten, met een snelheid van 40 km/h. Hoeveel kilometer heeft de brommer afgelegd
A
Je zoekt de formule op
B
je schrijft op, wat gevraagd wordt
C
Je rekent om, hoeveel 30 minuten is als uur
D
je vult de formule in

Slide 8 - Quizvraag

Wat je voor je de volgende som
kunt uitrekenen:
Een brommer rijdt gedurende 30 minuten, met een snelheid van 40 km/h. Hoeveel kilometer heeft de brommer afgelegd
A
Je zoekt de formule op
B
je schrijft op, wat gevraagd wordt
C
Je rekent om, hoeveel 30 minuten is als uur
D
je vult de formule in

Slide 9 - Quizvraag

Wat is het antwoord van de
volgende vraag:
Een brommer rijdt gedurende 30 minuten, met een snelheid van 40 km/h. Hoeveel kilometer heeft de brommer afgelegd
A
20 km
B
20 km/h
C
1,3 km
D
1,3 km/h

Slide 10 - Quizvraag

Wat is de formule om afstand uit te rekenen?

Slide 11 - Open vraag

De snelheid van een voertuig is 20 km/uur. Het voertuig heeft 46 km afgelegd.
Hoelang was het voertuig onderweg? (Rond af op hele minuten)
A
26 minuten
B
2 uur 17 minuten
C
920 h
D
2 h 3 minuten

Slide 12 - Quizvraag

De snelheid van een voertuig is 115 km/uur. Het voertuig heeft 352 km afgelegd.
Hoelang was het voertuig onderweg? (Rond af op hele minuten)

A
3,06h
B
0,3 h
C
40480 h
D
4,6 h

Slide 13 - Quizvraag

Als de snelheid even groot is, dan is het getal in m/s altijd kleiner dan het getal in km/h
A
Waar
B
Niet waar
C
D
0,028 km/h

Slide 14 - Quizvraag

Het voertuig heeft in 2 uur en 45 minuten
in totaal 80 km afgelegd.
Bereken de snelheid van het voertuig.
(Rond af op 1 decimaal).
A
32,6 km/h
B
196 km/h
C
29,1 km/h
D
220 km/h

Slide 15 - Quizvraag