l'adjectif (vorm en plaats) klas 4

De vorm van het bijvoeglijk naamwoord in het Frans
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 4

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

De vorm van het bijvoeglijk naamwoord in het Frans

Slide 1 - Tekstslide

exemples d'adjectifs?

Slide 2 - Woordweb

objectif de ce cours:
Het bijvoeglijk naamwoord in het Frans aan kunnen passen aan het zelfstandig naamwoord (zowel de regelmatige vormen als de uitzonderingen)
Pak libre service en een pen en schrift 

Slide 3 - Tekstslide

Mannelijk en vrouwelijk enkelvoud

Slide 4 - Tekstslide

La femme est......(aardig)
A
gentil
B
gentile
C
gentila
D
gentille

Slide 5 - Quizvraag

J'habite dans une....(klein) maison
A
petite
B
petit
C
petits

Slide 6 - Quizvraag

C'est une ville (gevaarlijk).
A
dangereux
B
dangereuse
C
dangereuxe

Slide 7 - Quizvraag

C'est une (goed) réponse.

Slide 8 - Open vraag

De vorming van het meervoud

Slide 9 - Tekstslide

Dans cette rue il y a de....(mooie) fleurs
A
belles
B
jolies
C
beaux
D
jolis

Slide 10 - Quizvraag

Luc et Pierre sont (nieuw)
A
nouveaus
B
nouvelles
C
nouvelle
D
nouveaux

Slide 11 - Quizvraag

Slide 12 - Link

Bel, nouvel, vieil

Slide 13 - Tekstslide

Bijvoeglijknaamwoord van landennamen, inwoners en talen

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Link

Au travail
Faites les exercices 72 jusqu'à 88 de grammairriche (werken we volgende week ook nog aan verder)

Slide 16 - Tekstslide



PLAATS BIJVOEGLIJK NAAMWOORD

Slide 17 - Tekstslide

Het bijvoeglijk naamwoord staat meestal ... het zelfstandig naamwoord
A
Voor
B
Achter

Slide 18 - Quizvraag

voor het zelfstandig naamwoord:
  • grand, petit, beau
  • joli, bon, haut
  • meilleur, mauvais, nouveau
  • long, jeune, gros
  • vieux, autre, premier
  • deuxième, dernier

Slide 19 - Tekstslide

Voor of achter het zelfstandig naamwoord?
Joli
A
Voor
B
Achter

Slide 20 - Quizvraag

Voor of achter het zelfstandig naamwoord?
Bleu
A
Voor
B
Achter

Slide 21 - Quizvraag

Voor of achter het zelfstandig naamwoord?
Grand
A
Voor
B
Achter

Slide 22 - Quizvraag

Voor of achter het zelfstandig naamwoord?
Gros
A
Voor
B
Achter

Slide 23 - Quizvraag

Voor of achter het zelfstandig naamwoord?
Rouge
A
Voor
B
Achter

Slide 24 - Quizvraag

à faire:
90,92,95,96

Slide 25 - Tekstslide