Week 39 (sep 24-25)

Week 39
1 / 38
volgende
Slide 1: Tekstslide
SpaansMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 38 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Week 39

Slide 1 - Tekstslide

Hoy es martes, el 24 de septiembre.
¡Hola!

Slide 2 - Tekstslide

Wat hebben we vorige week gedaan?
Bespreek het met je klasgenoot/klasgenote
timer
1:00

Slide 3 - Tekstslide

En la clase de hoy
La clase anterior
El perfecto
Gramática para hablar sobre tus vacaciones
Practicar
Evaluamos
Los deberes

Slide 4 - Tekstslide

Silencio por favor sssst
15 min om individueel de woordjes van:
Vocabulario de las vacaciones (blz. 62 - 63)
In Quizlet te zetten

Slide 5 - Tekstslide

1. Wat is de pretérito perfecto?
2.Hoe vorm je de pretérito perfecto?
3. Wanneer gebruik je de pretérito perfecto?




Pretérito Perfecto

Slide 6 - Tekstslide

La tarea - cuento en fotos
Je gaat een foto verhaal maken over je vakantie van de afgelopen zomer.
In welke tijd ga je het verhaal schrijven?

Slide 7 - Tekstslide

Pretérito Perfecto
Hoe vorm je het voltooid deelwoord?


Wat is het hulpwerkwoord van de pretérito perfecto?
-ar eraf halen en -ado eraan vast plakken
-er en -ir eraf halen en -ido eraan vast plakken
haber: he, has, ha, hemos, habéis, han

Slide 8 - Tekstslide

El perfecto = v.t.t.
voltooid = perfect = 2 delen
Ik heb gegeten
hulp ww = heb
voltooid deelwoord = gegeten
Dat is ook zo in het Spaans

Slide 9 - Tekstslide

El perfecto 
Hulp werkwoord     +    voltooid deelwoord

In Nederlands zijn er 2 hulpwerkwoorden
Welke?

Slide 10 - Tekstslide

El perfecto: hulp werkwoord
In het Spaans is er maar 1 hulp werkwoord
HABER -> hebben /zijn
Wat moet je doen met een hulp werkwoord?
Wat gebeurt er met een voltooid deelwoord?

Slide 11 - Tekstslide

El perfecto: hulp werkwoord - haber
(yo)
(tú)
(él, ella, usted)
(nosotros)
(vosotros)
(ellos, ellas, ustedes)
he
has
ha
hemos
habéis
han
Waarom staan de persoonlijke voornaamwoorden tussen haakjes?

Slide 12 - Tekstslide

El perfecto: voltooid deelwoord
Welke drie groepen werkwoorden heeft het Spaans?

Slide 13 - Tekstslide

El perfecto: voltooid deelwoord
Cantar

Comer

Vivir
Cantado

Comido

Vivido
Hoe maak je het volt deelwoord?

Slide 14 - Tekstslide

El perfecto
he
has
ha
hemos                +
habéis
han
-ar + ado
-er + ido
-ir  + ido

Slide 15 - Tekstslide

Sleep de groene voltooid deelwoorden naar de juiste werkwoorden
decir = zeggen
volver = terugkomen
escribir = schrijven
prever = voorzien
romper = kapotmaken
abrir = openmaken
descubrir = ontdekken
hacer = doen/ maken
resolver = oplossen
morir= doodgaan
poner = zetten/ leggen
ver = zien
visto
dicho
roto
muerto
abierto
previsto
resuelto
vuelto
hecho
descubierto
escrito
puesto

Slide 16 - Sleepvraag

Unas vacaciones maravillosas

Clara y sus amigos han viajado este verano a una ciudad costera que se ha llamado Playa Azul. Todos estaban emocionados por las aventuras que vivirían. El primer día, Clara ha ido a la playa, donde el mar brillaba bajo el sol. Le ha gustado mucho nadar en el agua cristalina y jugar con las olas. Después de disfrutar en la playa, todos han desayunado en un café cerca del mar. Allí han comido tostadas con mermelada y frutas frescas, y han bebido zumo de naranja, disfrutando del aire fresco y el sonido de las olas.
Durante su viaje, también han visitado un faro muy antiguo, que estaba en lo alto de una colina. Desde allí, la vista del mar era impresionante, y todos se tomaron fotos para recordar el momento. A lo largo de los días, se han divertido mucho, haciendo nuevas actividades cada día. ¡Sin duda, ha sido un verano que jamás olvidarán!


Slide 17 - Tekstslide

Welke 8 werkwoorden in de perfecto hebben jullie gevonden?

Slide 18 - Open vraag

Perfecto & infinitivo
1. ha ido
ir  (= gaan)
2. le ha gustado
gustar (leuk vinden)
3. se ha llamado
llamarse (=heten)
4. han comido
comer (=eten)
5. han bebido
beber (=drinken)
6. han desayunado
desayunar
7. han viajado
8. han visitado
viajar
visitar

Slide 19 - Tekstslide

decir
A
decido
B
dicido
C
dicho
D
decado

Slide 20 - Quizvraag

volver
A
vuelto
B
volvido
C
vuelvido
D
volvado

Slide 21 - Quizvraag

escribir
A
escribierto
B
escrito
C
escribido
D
escribado

Slide 22 - Quizvraag

romper
A
roto
B
rompado
C
rompido
D
rotado

Slide 23 - Quizvraag

abrir
A
abrado
B
abrido
C
abrirido
D
abierto

Slide 24 - Quizvraag

hacer
A
hacado
B
hacido
C
hecho
D
hacerido

Slide 25 - Quizvraag

poner
A
puesto
B
ponado
C
ponido
D
puenido

Slide 26 - Quizvraag

ver
A
vido
B
visto
C
verido
D
verado

Slide 27 - Quizvraag

Los deberes (hw)

Listo?

Vocabulario: Actividades de verano (blz 61-63 uit  reader)
Gramática: El pretérito perfecto ejercicio 24-26 B (blz 37-36)

Slide 28 - Tekstslide

Hoy es miércoles, el 25 de septiembre.
¡Hola!

Slide 29 - Tekstslide

La clase anterior
Habla con tu compañero/a de clase:
1. Leg aan elkaar uit wat el pretérito perfecto is en hoe je  deze  in het Spaans herkent.
2. Leg aan elkaar uit hoe je deze tijd vervoegt?
3.  Waar zet je de ontkenning?
timer
1:00

Slide 30 - Tekstslide

Hoy en la clase
Pretérito Perfecto
  • Huiswerk controleren/overhoring 
  • Ejercicios 24 t/m 26B nakijken
  • Hacer ejercicios 27 t/m 28A (pag. 39-41)
  • El tiempo en luisteroefening
  • Quizlet Live! (evaluatie) --> 20 min

Slide 31 - Tekstslide

El tiempo

Slide 32 - Tekstslide

El tiempo
1. ga naar: https://www.profedeele.es/actividad/tiempo-atmosferico/
2. Neem de "Explicación" door
3. Maak de opdrachten --> 1, 2, 3, 4, 6

Slide 33 - Tekstslide

Repasar el  tiempo
Escribe en tu cuaderno  el  tiempo que  hace en despúes de ver el tiempo en español
1. Tarifa
2.  País  Vasco
3.  Las  Islas  Canarias

Slide 34 - Tekstslide

Slide 35 - Video

Repasar el  tiempo
Escribe en tu cuaderno  el  tiempo que  hace en despúes de ver el tiempo en español
1. Tarifa
2.  País  Vasco
3.  Las  Islas  Canarias
timer
1:00

Slide 36 - Tekstslide

Quizlet live!
https://quizlet.com/live/R1WYVC?source=copy


Slide 37 - Tekstslide

Los deberes para la próxima semana


Vocabulario: Actividades de verano (blz 61-63 uit  reader)
Gramática: El pretérito perfecto ejercicio 24-26 B (blz 37-36)

Slide 38 - Tekstslide