Er woonden vele volken met verschillende culturen in Indonesië.
2e eeuw: Handel met Azië kwam op gang. Men namen allerlei zaken over. Sommigen schreven met het schrift uit India terwijl anderen gebruik maakten van Chinese munten.
De geloven verschilden ook van elkaar.
Bron 3: de Pura Lempuyang. Een van de oudste hindoestaanse tempels.
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Tekstslide
1A: De Indische eilanden vóór 1600
Vorsten en sultans
Er waren ook veel verschillende staten die bestuurd werden door een vorst of een sultan, een islamitische heerser.
De heersers voerden oorlogen met elkaar, hieven belasting en schreven wetboeken. Edellieden en ambtenaren hielpen hen daarbij.
De meeste inwoners waren boeren.
Bron 4: Een van de machtigste koninkrijken was het Islamitische Atjeh (groen gemarkeerd). Door handel wisten de sultans van dit land een groot en machtig rijk te stichten.
Slide 6 - Tekstslide
1B: De VOC in Oost-Indië - Aantekening
Slide 7 - Tekstslide
Aan de slag!
Lees: Paragraaf 1A & Paragraaf 1B.
Maak: Opgave 1 t/m 8.
Klaar?
Lees: Paragraaf 1C
Maak: Opgave 9 t/m 12
Of...
Samenvatten Paragraaf 1A & Paragraaf 1B
timer
10:00
Slide 8 - Tekstslide
Afsluiting
Je krijgt zo van de docent een post-it.
Hier schrijf je het volgende op:
Wat heb je vandaag geleerd over de V.O.C.?
Als je klaar bent mag je de post-it op het bord plakken. Daarna ga je weer zitten zodat de opdracht kunnen nabespreken.
Slide 9 - Tekstslide
Hoofdstuk 1, paragraaf 1
Van vorstendommen tot kolonie
Slide 10 - Tekstslide
Wat gaan wij doen vandaag?
Terugblik
Lesdoel(en)
Instructie
Verwerking
Aan de slag!
Afsluiting
Bron 1: Kaart omvang Nederlands-Indië in vergelijking met het Europa.
Slide 11 - Tekstslide
Terugblik
Wat weet je nog over hoe de VOC handeldreef in Oost-Indië?
Slide 12 - Tekstslide
Studiewijzer
d
Week 37
Lesdoel
Opdracht
11-9 / 15 - 9
Paragraaf 1A: Je kunt culturele, economische, politieke en sociale kenmerken noemen van de Indische eilanden vóór de komst van de Nederlanders.
Paragraaf 1B: Je kunt beschrijven hoe de VOC handeldreef in Oost-Indië.
Paragraaf 1C: Je kunt uitleggen waarom Nederland zijn macht over Oost-Indië uitbreidde.
1798: De VOC gaat failliet. De Nederlandse staat neemt alle bezittingen en schulden over.
Modern Imperialisme
Landen willen in de 19de eeuw zo veel mogelijk grondgebied in Azië en Afrika veroveren.
Ontstaan Nederlands-Indië
Bron 2: Kaart van Afrika vóór en tijdens het modern imperialisme. Wat valt je op?
Slide 14 - Tekstslide
1C: De VOC in Oost-Indië
Oorzaken Modern imperialisme:
Grondstoffen voor industrie
Macht en aanzien
Europeanen voelde zich beter
Nederland wilde ook een groot koloniaal rijk.
Nederland richtte hierom het Koninklijk Nederlands-Indisch leger (KNIL) op.
Bron 2: Het KNIL bestond met name uit inheemse bewoners. De Nederlanders waren officieren in het leger.
Slide 15 - Tekstslide
1C: De VOC in Oost-Indië
De veroveringen van de Indische eilanden werd door de Nederlandse overheid pacificatie genoemd.
1873: Atjeh.
Na de veroveringen voerden de Nederlanders een indirect bestuur in. Inheemse bestuurders bleven op hun plaats, maar moesten luisteren naar de Nederlanders.
Bron 3: de heer van Starkenborgh Stachouwer. Hij was de laatste gouverneur generaal. De hoogte bestuurder in Nederlands-Indië
Slide 16 - Tekstslide
Verwerking
Klassikaal opgave 9 maken
Verwerking
Stap 1:
In stilte vraag paragraaf 1C, vraag 9a, 9b en 9c maken (bladzijde 15).
Je mag niet overleggen.
Stap 2:
Klassikaal de vraag beantwoorden.
timer
3:30
Slide 17 - Tekstslide
Aan de slag!
Lees: Paragraaf 1A,1B en 1C
Maak: Opgave 1 t/m 12
Klaar?
Samenvatten Paragraaf 1A,Paragraaf 1B of Paragraaf 1C.
Begrippen leren paragraaf 1.
timer
10:00
Slide 18 - Tekstslide
Afsluiting
Stiftenopdracht
Je krijgt met je klas 2 minuten de tijd om op het bord zo veel mogelijk op de schrijven over: