start blok 1

Ik denk dat ik de de theorie van leesvaardigheid klas 1 nog beheers.
0100
1 / 31
volgende
Slide 1: Poll
NederlandsVoortgezet speciaal onderwijsMiddelbare schoolvwoLeerroute VLeerjaar 2

In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Ik denk dat ik de de theorie van leesvaardigheid klas 1 nog beheers.
0100

Slide 1 - Poll

Noem de vijf tekstdoelen die je vorig jaar hebt geleerd.

Slide 2 - Open vraag

Welke twee woorden moet je zeker gebruiken als je wilt omschrijven wat het informatieve doel inhoudt?

Slide 3 - Open vraag

Een schrijver schrijft een beschouwende tekst. Wat houdt dat in?

Slide 4 - Open vraag

Beschrijf wat het doel van een schrijver is als hij een overtuigende tekst schrijft.

Slide 5 - Open vraag

Wat wil de schrijver als hij/zij een activerende tekst schrijft.

Slide 6 - Open vraag

Wat wil de schrijver met een amuserende tekst?

Slide 7 - Open vraag

"Melk is gezond en daarom moet je het veel drinken." Welk doel zou de schrijver hebben?
A
informatief
B
overtuigend
C
amuserend
D
beschouwend

Slide 8 - Quizvraag

"Als je veel melk drinkt, krijg je veel gezonde calcium binnen, maar ook veel stoffen die niet goed voor je zijn."
A
overtuigend
B
informatief
C
beschouwend
D
amuserend

Slide 9 - Quizvraag

"De meeste Nederlanders drinken koemelk en geen geitenmelk".
A
overtuigend
B
amuserend
C
beschouwend
D
informatief

Slide 10 - Quizvraag

Aanbiedingen bij uw buurtsuper! Kom winkelen!"
A
amuserend
B
overtuigend
C
informatief
D
activerend

Slide 11 - Quizvraag

"De fatbike is gevaarlijk en moet daarom verboden worden".
A
amuserend
B
activerend
C
overtuigend
D
beschouwend

Slide 12 - Quizvraag

Welke vijf leesstrategieën ken je?

Slide 13 - Open vraag

Wat doe je als je globaal leest?

Slide 14 - Open vraag

Wat is het doel van intensief lezen?

Slide 15 - Open vraag

Waarom lees je een tekst "lerend"? Wat is dan je doel?

Slide 16 - Open vraag

Wat is het belangrijkste kenmerk van kritisch lezen?

Slide 17 - Open vraag

Waarom zijn woordraadstrategieën belangrijk?
A
Ze verbeteren de spellingvaardigheden van de lezers.
B
Ze zorgen ervoor dat lezers snel kunnen lezen zonder woorden te raden.
C
Ze vergroten de woordenschat van de lezers.
D
Ze helpen lezers om betekenis uit de tekst te halen, zelfs als ze niet alle woorden kennen.

Slide 18 - Quizvraag

Noem de vijf woordraadstrategieën.

Slide 19 - Open vraag

Zoekend lezen
Globaal lezen
Intensief lezen

Slide 20 - Sleepvraag

Zoekend lezen
Kritisch lezen
Globaal lezen
Het tijdschema in een bushokje
Een negatieve concertrecensie van je favoriete artiest.
Een gevonden krant in de trein.

Slide 21 - Sleepvraag

in welke volgorde lezen we een tekst? 
globaal lezen
kritisch lezen
oriënterend lezen
intensief lezen

Slide 22 - Sleepvraag

Tekstdoelen

Een leesboek heeft als tekstdoel:
A
Informeren
B
Amuseren
C
overhalen

Slide 23 - Quizvraag

Tekstdoelen

Een menukaart heeft als tekstdoel:
A
Informeren
B
Overtuigen
C
Activeren

Slide 24 - Quizvraag

Tekstdoelen

Een politierapport heeft als tekstdoel:
A
Informeren
B
Overtuigen
C
Activeren

Slide 25 - Quizvraag

Tekstdoelen

Een reclametekst heeft als tekstdoel:
A
Informeren
B
Overtuigen
C
Activeren

Slide 26 - Quizvraag

Tekstdoelen

Een nieuwsbericht heeft als tekstdoel:
A
informeren
B
overtuigen
C
activeren
D
amuseren

Slide 27 - Quizvraag

Wat is het tekstdoel?
Wat is het tekstdoel?
A
Informeren
B
Amuseren
C
Overtuigen
D
Instrueren

Slide 28 - Quizvraag

Wat is het tekstdoel?
Wat is het tekstdoel?
A
overtuigen
B
activeren
C
informeren
D
amuseren

Slide 29 - Quizvraag

Wat is het tekstdoel?
Wat is het tekstdoel?
A
informeren
B
amuseren
C
overhalen
D
activeren

Slide 30 - Quizvraag


Wat is het tekstdoel? Het tekstdoel van een betoog is ...
A
Informeren
B
Amuseren
C
Overtuigen
D
Activeren

Slide 31 - Quizvraag