H2.6 2.7 Steden worden groter & Inrichting van steden
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
aardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4
In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.
Lesduur is: 60 min
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Video
leerdoelen
Je weet hoe de groei van steden plaatsvindt en hoe daardoor agglomeraties zijn ontstaan.
Je begrijpt waarom meer welvaart gevolgen heeft voor de inrichting van een gebied.
Je kunt met kaarten bepalen welk model een stad heeft.
Slide 3 - Tekstslide
Urbanisatie en Suburbanisatie
Tijdlijn
1950 --> trek naar de steden (urbanisatie)
1970 --> trek naar de buitenwijken (suburbanisatie)
1990 --> leefbaarheid verbeterd, stad groeit weer
2017 --> jonge gezinnen vertrekken weer uit de stad.
Slide 4 - Tekstslide
Groei steden
Drie verschillende modellen
1. concentrisch groeimodel
2. sector-groeimodel
3. meerkernen-groeimodel
Slide 5 - Tekstslide
Wat is het verschil tussen een agglomeratie en een stedelijk gebied?
Slide 6 - Open vraag
Maak de opgaven van 2.6
Maak eerst de opgaven van paragraaf 2.6. Wanneer je hier mee klaar bent kan je alvast de rest van deze presentatie kijken.
bijzonderheden:
opdracht 5 --> gebruik de digitale atlas of google maps
Slide 7 - Tekstslide
2.7
Slide 8 - Tekstslide
begrippen
Voorzieningen = dingen die mensen regelmatig nodig hebben.
drempelwaarde = minimale aantal klanten die nodig zijn om open te blijven.
reikwijdte = de afstand die mensen willen afleggen voor een winkel of een dienst.
verzorgingsgebied = het gebied waar de mensen vandaan komen voor de voorzieningen van de stad.
Slide 9 - Tekstslide
Slide 10 - Tekstslide
Slide 11 - Tekstslide
Bestemming
Elk stukje grond in de stad heeft een bepaalde bestemming. Zo mag je bijvoorbeeld geen huizen bouwen de bestemming detailhandel is. Eerst zal het bestemmingsplan aangepast moeten worden.
Slide 12 - Tekstslide
Slide 13 - Video
In het Ruhrgebied is veel gedaan aan de verandering van de bestemming om de leefbaarheid te verhogen. Zoek hiervan een voorbeeld.