In deze les zitten 45 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.
Lesduur is: 120 min
Onderdelen in deze les
Thema 6 Zintuigen GT3
Slide 1 - Tekstslide
Zintuigen, waar denk je aan?
Slide 2 - Woordweb
Vandaag
7 doelstellingen uit de samenvatting bespreken.
Slide 3 - Tekstslide
Doelstelling 1
Je kunt de werking van zintuigen beschrijven. Je kunt aangeven waar de gezichtszintuigen, gehoorzintuigen en evenwichtszintuigen liggen en wat de adequate prikkels zijn.
Slide 4 - Tekstslide
Wat is de juiste volgorde?
Zintuig
Impuls
Hersenen
Prikkel
Slide 5 - Sleepvraag
Slide 6 - Tekstslide
drempelwaarde
Slide 7 - Tekstslide
Slide 8 - Video
Reageren of niet?
Je reageert niet op:
te zwakke prikkels
prikkels die er de hele tijd zijn (gewenning)
onbelangrijke prikkels (motivatie)
Slide 9 - Tekstslide
Motivatie
Gewenning
Kleren voel je na een tijdje niet meer op je huid
In een drukke kamer naar een vriend luisteren
Een warme kamer voelt na een tijdje niet meer warm.
Slide 10 - Sleepvraag
Doelstelling 2
Je kunt de werking van de zintuigen in je huid, de
reukzintuigen en de smaakzintuigen beschrijven. Je
kunt aangeven waar ze liggen en wat de adequate
prikkels zijn.
Slide 11 - Tekstslide
Oor
Oog
Huid
Neus
Tong
Gehoorzintuig
Evenwichtszintuig
Reukzintuig
Smaakzintuig
Gezichtszintuig
Tastzintuig
Drukzintuig
Warmte/koude zintuig
Slide 12 - Sleepvraag
Slide 13 - Tekstslide
Doelstelling 3
Je kunt de inwendige en uitwendige delen van een oog
noemen met hun functies en kenmerken.
Slide 14 - Tekstslide
Slide 15 - Video
Het OOG: zet onderdelen op de juiste plaats
netvlies
gele vlek
oogzenuw
lens
Slide 16 - Sleepvraag
In welke volgorde gaat licht door het oog, voordat het op het netvlies valt?
timer
0:25
1
2
3
4
Glasachtig lichaam
Hoornvlies
Lens
Pupil
Slide 17 - Sleepvraag
Werking oog
Slide 18 - Tekstslide
Doelstelling 4
Je kunt beschrijven hoe de pupilreflex de grootte van de pupil regelt.
Slide 19 - Tekstslide
Wat is de functie van de pupilreflex?
Slide 20 - Open vraag
Pupilreflex
Slide 21 - Tekstslide
Pupilreflex
overdag
's nachts
Slide 22 - Sleepvraag
Doelstelling 5
Je kunt beschrijven hoe op het netvlies een scherp beeld ontstaat.
Slide 23 - Tekstslide
Lens
accomoderen
zorgt ervoor dat er een scherp beeld op het netvlies valt
Slide 24 - Tekstslide
Verziend
Beeld valt achter het netvlies.
Van veraf zie je scherp, dichtbij niet.
Slide 25 - Tekstslide
Bijziend
Beeld valt voor het netvlies.
Van dichtbij zie je scherp, veraf niet.
Slide 26 - Tekstslide
Kringspieren rondom lens:
Openingen in kringspieren:
Lensbandjes zijn:
De lenzen zijn:
De ogen zijn:
Zien veraf
Zien dichtbij
ontspannen
samengetrokken
Groot
Klein
minder strak gespannen
Strak gespannen
plat
boller
in ruststoestand
geaccommodeerd
Slide 27 - Sleepvraag
Doelstelling 6
Je kunt de bouw en de werking van het netvlies
beschrijven.
Slide 28 - Tekstslide
Netvlies
Slide 29 - Tekstslide
staafjes- kegeltjes- gele vlek- blinde vlek
Slide 30 - Tekstslide
Staafjes
Extreem gevoelig voor licht
lage drempelwaarde
contrasten in zwart/wit
hele netvlies, maar niet in gele vlek
Kegeltjes
reageren op kleur
hoge drempelwaarde
werken alleen in volle licht
vooral in gele vlek en eromheen
Slide 31 - Tekstslide
Waarmee zie je kleur?
A
Staafjes
B
Kegeltjes
Slide 32 - Quizvraag
In de gele vlek zitten...?
A
Veel staafjes
B
Veel kegeltjes
C
Even veel staafjes als kegeltjes
D
Geen staafjes en kegeltjes
Slide 33 - Quizvraag
Bij zeer weinig licht, worden dan de staafjes of de kegeltjes geprikkeld?
A
Staafjes
B
Kegeltjes
Slide 34 - Quizvraag
Welk type zenuwcel heeft de laagste drempelwaarde: Staafjes of Kegeltjes
A
Staafjes
B
Kegeltjes
Slide 35 - Quizvraag
Slide 36 - Tekstslide
A
Staafjes
B
Kegeltjes
Slide 37 - Quizvraag
Slide 38 - Video
Slide 39 - Tekstslide
Examenvraag: Mijn vader is kleurenblind. Het defecte gen bevind zich op het X chromosoom. Hoeveel procent kans heeft mijn zoon kans om kleurenblind te worden?
Slide 40 - Open vraag
Doelstelling 7
Je kunt de delen van het oor noemen met hun functies en kenmerken.