H2.4 Opstand breekt uit

H2.4 | De Opstand breekt uit.
opdrachten: 50, 51, 53, 54, 55 en 57

1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 25 slides, met tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

H2.4 | De Opstand breekt uit.
opdrachten: 50, 51, 53, 54, 55 en 57

Slide 1 - Tekstslide

Deze les.....
1. Nakijken opdrachten 50, 51, 53, 64, 55 en 57
2. Let op wanneer je          want dan moet het overnemen!
3. Canonclip 'De Beeldenstorm 1566'
4. Opschrijven huiswerk

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Opdracht 50
Lees: Het Smeekschrift. Gebruik bron 14.
Toon met twee elementen uit de bron aan dat de actie van de edelen inderdaad met veel machtsvertoon gepaard ging.
  1. Ze zijn met velen.
  2. Ze dragen degens.

Slide 4 - Tekstslide

Opdracht 51
Lees: Het Smeekschrift. Gebruik bron 14.
Noem de twee belangrijkste eisen van de edelen uit het Smeekschrift.
  1. Ze willen dat de plakkaten worden afgeschaft.
  2. Ze willen dat er nieuwe voorschriften worden gemaakt in overleg met de Staten-Generaal.

Slide 5 - Tekstslide

Geuzen
Geuzenpenning

Slide 6 - Tekstslide

Opdracht 53
De tekst op de geuzenpenning is ironisch bedoeld. Het is daarom moeilijk vast te stellen wat de edelen er precies mee wilden zeggen. Bedenk welke boodschap ze wilden overbrengen.
  • De boodschap was dat de edelen trouw wilden zijn aan Filips II, maar dat zijn beleid hen steeds armer maakte, zodat ze wel in actie moesten komen.


Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Video

Opdracht 54
Welk motief hadden de deelnemers aan de Beeldenstorm volgens de tekst?
  • De protestanten hadden geen eigen kerkgebouwen. Om de katholieke kerken geschikt te maken voor eigen gebruik, wilden ze er alle heiligenbeelden uit weghalen.



Slide 10 - Tekstslide

Opdracht 55
Uit bron 15 blijkt dat sommige mensen een ander motief hadden om mee te doen. Wat was hun motief?
  • Hun motief was het plunderen van de voorraden in de kerken en kloosters om de spullen te verkopen (voor voedsel e.d.).




Slide 11 - Tekstslide

Opdracht 57
Leg uit dat de mening van de schrijver over de Beeldenstorm een voorbeeld is van standplaatsgebondenheid. Gebruik woorden uit bron 15.
  • De schrijver is een katholiek uit die tijd en is daarom boos over de Beeldenstorm. Hij noemt de deelnemers ‘ketters’ en ‘oproerkraaiers’. Wat ze doen is volgens hem ‘barbaars’ en ‘goddeloos’.





Slide 12 - Tekstslide

Belangrijk

Slide 13 - Tekstslide

Huiswerk
H2.4 | De Opstand breekt uit.
lees de paragraaf
maken opdrachten: 62, 63, 64, 65 en 67


week 4
PW Hfd-2 (2.1, 2.3 t/m 2.5)



Slide 14 - Tekstslide

Deze les...
  • Nakijken opdrachten: 62, 63, 64, 65 en 67
  • Leerdoel 4.5
  • Aantekening bij 4.5


 



Slide 15 - Tekstslide

Opdracht 62
Geef twee motieven voor Willem van Oranje om in opstand te komen.
  1. Hij wilde zijn in beslaggenomen bezittingen terug.
  2. Hij wilde de Nederlanden bevrijden van de tiran Alva.




Slide 16 - Tekstslide

Opdracht 63
Gebruik bron 17. Het schilderij bevat veel symbolen. Leg uit:
- waarom de duivel een keizerskroon boven Alva’s hoofd houdt en een pauskroon boven dat van Granvelle.
  • Dit is bedoeld om te laten zien dat Alva en Granvelle uit zijn op macht en status.
- wie de zeventien maagden zijn en waarom ze geketend zijn afgebeeld.
  • De zeventien maagden stellen de Nederlandse gewesten voor. Ze zijn geketend, omdat ze volgens de schilder door Alva worden onderdrukt.





Slide 17 - Tekstslide

Opdracht 64
Leg uit dat het schilderij een voorbeeld is van propaganda. Zoek dit word zo nodig op in het woordenboek.
  • Het schilderij is bedoeld om te laten zien dat Alva en andere dienaren van Filips II onderdrukkers zijn. Op deze manier wordt verzet tegen het Spaanse bewind gerechtvaardigd.






Slide 18 - Tekstslide

Opdracht 65
Noem twee oorzaken van het groeiende verzet tegen Alva vanaf 1572.
  1. Alva wilde de Tiende Penning invoeren.
  2. De opstandelingen maakten in hun propaganda gebruik van de plunderingen van steden door Alva’s leger.






Slide 19 - Tekstslide

Opdracht 67

Slide 20 - Tekstslide

Leerdoel 2.5 | De breuk wordt definitief
Waardoor werd de breuk tussen de opstandige gewesten en Filips II definitief?
Na de Spaanse Furie (1576) sloten de gewesten die nog trouw waren aan Filips II vrede met Holland en Zeeland bij de Pacificatie van Gent. In 1579 viel de Pacificatie door de tegenstellingen tussen katholieken en protestanten uiteen en vond de oprichting van de Unie van Atrecht en de Unie van Utrecht plaats.
1/2

Slide 21 - Tekstslide

Leerdoel 2.5 | De breuk wordt definitief
In 1580 kondigde Filips II de vogelvrijverklaring van Willem van Oranje af, die daarop zijn Apologie publiceerde. In 1581 zwoeren de opstandige gewesten Filips in het Plakkaat van Verlating af. 
2/2

Slide 22 - Tekstslide

Aantekening 
(Waarom Calvijn meer aanhangers had dan Luther?)
De opstandelingen gebruiken in het plakkaat de stelling van Calvijn dat als een vorst zijn onderdanen onderdrukt, te zwaar belast of privileges en oude gebruiken ontneemt zij het recht hebben hem niet meer te erkennen als hun vorst en een ander in zijn plaats mogen kiezen.

Slide 23 - Tekstslide

Huiswerk
H2.5 | De breuk wordt definitief
Lezen blz. 40 t/m 42 (incl. bron 21!)
maken opdrachten 69, 72, 73, 76, 77, 78 en 80

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide