herhaling elektriciteit H1.1, H1.2, H1.3

• Natuurkunde / Scheikunde
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 3

Stroomkringen

Een stroomkring is een klein cirkeltje van een +pool naar een -pool. Kijk maar naar de batterij hiernaast. 

Om het lampje te laten branden heb je een spanningsbron, gesloten stroomkring en elektriciteitsdraden nodig.

Spanningsbronnen

- Elektriciteit wordt geleverd door een spanningsbron.

Stroomkring

1. Spanningsbron

2. Draadjes

3. Gebruiker

• Lampje
  
• Computer
  
• Strijkijze

4. Spanningsbron

Open of gesloten stroomkring

Stroomkring tekenen (Schakelschema)

Spanningsbron

Stroomdraad

Lampje

Schakelaar

Spanningsbronnen

Wat is een spanningsbron?

Welke spanning hebben ze?

Chemische spanningsbronnen

Wanneer is spanning veilig?

Schakelschema

• Een tekening om alle onderdelen in een elektrische schakeling te laten zien.

schakelschema

Een tekening van een schakeling noem je een schakelschema. 

Bij het tekenen van een schakelschema gebruik je symbolen. 

In het schakelschema is een onderbroken stroomkring getekend. De lamp brandt dus niet. Bij het schakelschema  is een gesloten stroomkring. De stroom loopt nu wel door de stroomkring. De lamp brandt.

gesloten stroomkring 

schakelschema

In het schakelschema is een gesloten stroomkring getekend. De lamp brandt dus niet. Bij het schakelschema  is een gesloten stroomkring. De stroom loopt nu wel door de stroomkring. De lamp brandt.

Geleiders

Stoffen waar elektrische energie doorheen kan bewegen. 

Alle metalen zijn geleiders 

 voorbeelden hiervan zijn: koper, aluminium, staal, zilver, goud enz enz. 

Isolatoren 

Stoffen waar geen elektrische energie doorheen kan 'lopen'.  

Denk aan plastic, glas, hout, lucht, rubber

De Serieschakeling

• Alle lampjes zitten samen in één stroomkring; er zijn geen vertakkingen
• Als 1 lampje uitgaat, dan gaat het andere lampje ook uit. 

De parallelschakeling

• Ieder lampje heeft zijn eigen stroomkring.
• Als 1 lampje uitgaat, dan blijft het andere lampje branden.

Voltmeter

Ampèremeter

leer blz 66 en 67 (1.1 t/m 1.3)

Schrijf bij elke paragraaf twee vragen op die je kunt verwachten op de komende toets.

Schrijf ook het antwoord op die vraag op.

Heb je nog vragen over de stof?

schrijf die vragen ook op.

lever je blaadje in.