Argumentatieschema's flexles 5 havo

argumentatieschema's
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 5

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

argumentatieschema's

Slide 1 - Tekstslide

Het geheel van argumenten en standpunt wordt redenering of argumentatie genoemd.

Het verband tussen argumenten en standpunt noemen we een argumentatieschema.

Slide 2 - Tekstslide

De argumentatie kan gebaseerd zijn op:.

  • oorzaak en gevolg
  • kenmerk of eigenschap
  • voor- en nadelen
  • voorbeelden
  • vergelijking
  • autoriteit

Slide 3 - Tekstslide

Argumentatie op basis van oorzaak en gevolg.
Een feit of gebeurtenis leidt tot een ander feit of andere gebeurtenis.

Slide 4 - Tekstslide

Argumentatie op basis van kenmerk of eigenschap.
Als alle onderdelen van een groep hetzelfde kenmerk hebben, dan heeft een onderdeel van de groep dat kenmerk ook.

Slide 5 - Tekstslide

Argumentatie op basis van voor- en nadelen.
Hier wordt een afweging gemaakt: de voordelen worden vergeleken met de nadelen. Op basis daarvan wordt een oordeel uitgesproken.

Slide 6 - Tekstslide

Argumentatie op basis van voorbeelden.
Argumenten zijn gebaseerd op voorbeelden.

Slide 7 - Tekstslide

Argumentatie op basis van vergelijking
Er wordt een vergelijking gemaakt tussen twee gevallen. 

Slide 8 - Tekstslide

Argumentatie op basis van autoriteit
Een standpunt wordt ondersteund door een uitspraak van een deskundige of gezaghebbende.

Slide 9 - Tekstslide

Mensen zouden wat meer met de fiets naar hun werk moeten gaan, want dat is goed voor het milieu en het is goed voor hun conditie.
A
Argumentatie op basis van oorzaak en gevolg
B
Argumentatie op basis van voor- en/of nadelen
C
Argumentatie op basis van autoriteit
D
Argumentatie op basis van voorbeelden

Slide 10 - Quizvraag

Het is de hoogste tijd dat de lonen van alle Nederlanders omhoog gaan. De president van De Nederlandsche Bank heeft dat laatst ook in een interview gezegd.
A
Argumentatie op basis van oorzaak en gevolg
B
Argumentatie op basis van voor- en/of nadelen
C
Argumentatie op basis van autoriteit
D
Argumentatie op basis van voorbeelden

Slide 11 - Quizvraag

Zij is echt een goede leider van de groep. Ze is besluitvaardig, empathisch en authentiek.
A
Argumentatie op basis van autoriteit
B
Argumentatie op basis van vergelijking
C
Argumentatie op basis van voorbeelden
D
Argumentatie op basis van kenmerk of eigenschap

Slide 12 - Quizvraag

Ik denk dat hij zich nauwelijks betrokken voelt bij het bedrijf en zijn collega's. Zo heeft hij zich gisteren ziek gemeld, terwijl hij 's middags wel in de sportschool was.
A
Argumentatie op basis van oorzaak en gevolg
B
Argumentatie op basis van voor- en/of nadelen
C
Argumentatie op basis van autoriteit
D
Argumentatie op basis van voorbeelden

Slide 13 - Quizvraag

Ik vrees dat de leerkrachten in het basisonderwijs de zo gewenste loonsverhoging niet zullen krijgen; de docenten in het voortgezet onderwijs kregen immers laatst ook niet meer salaris.
A
Argumentatie op basis van oorzaak en gevolg
B
Argumentatie op basis van voor- en/of nadelen
C
Argumentatie op basis van vergelijking
D
Argumentatie op basis van voorbeelden

Slide 14 - Quizvraag

Ik vind dat er op school veel meer gesport moet worden. Uit diverse onderzoeken is immers gebleken dat geregeld bewegen belangrijk is
A
Argumentatie op basis van voorbeelden
B
Argumentatie op basis van autoriteit
C
Argumentatie op basis van vergelijking
D
Argumentatie op basis van kenmerk of eigenschap

Slide 15 - Quizvraag

Het zou goed zijn om alle lantaarnpalen na middernacht uit te schakelen. Dat bespaart de samenleving een hoop geld en de verkeersveiligheid zal er nauwelijks onder lijden
A
Argumentatie op basis van voor- en nadelen
B
Argumentatie op basis van oorzaak en gevolg
C
Argumentatie op basis van vergelijking
D
Argumentatie op basis van kenmerk of eigenschap

Slide 16 - Quizvraag

Het Nederlands verloedert want jongeren gebruiken steeds meer Engelse woorden als spam, hacken, gamen, cool, relaxed en chill.
A
argumentatie op basis van voorbeelden
B
argumentatie op basis van oorzaak-gevolg
C
argumentatie op basis van kenmerk of eigenschap
D
argumentatie op basis van autoriteit

Slide 17 - Quizvraag

Oefenen met een examentekst
We lezen de tekst 'ffw88 jonguh: is die digi-taal nou echt zo erg' uit het examen 2019-II (p. 160-164). 

Daarna maken we vraag 25. 

Als we snel klaar zijn, maken we ook vraag 33 over de tekst 'WhatsAppachtig taalgebruik' (p. 165-167)

Slide 18 - Tekstslide