schrijven 5 oefenen

Oefenen schrijven 5 SE3 
Samenstellingen, meervoud, zakelijke e-mail... en nog meer.
Een drukke laatste les, maar je inspanning loont!

NODIG: PEN EN PAPIER EN IPAD
1 / 48
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo t, havo, vwoLeerjaar 2,3

In deze les zitten 48 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Oefenen schrijven 5 SE3 
Samenstellingen, meervoud, zakelijke e-mail... en nog meer.
Een drukke laatste les, maar je inspanning loont!

NODIG: PEN EN PAPIER EN IPAD

Slide 1 - Tekstslide

In 2010 waren jullie allemaal nog...
A
babies
B
babie's
C
babys
D
baby's

Slide 2 - Quizvraag

Inmiddels spellen jullie als de beste en lezen jullie als
A
haviken
B
havikken

Slide 3 - Quizvraag

Met al dat stilzitten lezen verbrand je natuurlijk nauwelijks
A
caloriën
B
calorieën

Slide 4 - Quizvraag

Nee, dan kun je beter gaan wandelen met jullie...
A
opas en omas
B
opa's en oma's
C
opaas en omaas

Slide 5 - Quizvraag




Straks gaan we allemaal een leuk tekeningetje maken...

Slide 6 - Tekstslide

Welke zin is correct?
A
Priester op non actief
B
Priester op non-actief
C
Priester op nonactief

Slide 7 - Quizvraag

In het Nederlands schrijf je heel veel gewoon AAN ELKAAR
En als er dan een uitspraakprobleem ontstaat, zet je een streepje - of puntjes op de klinker (ë, etc)

Slide 8 - Tekstslide

Pak pen en papier en teken:

Slide 9 - Tekstslide

Dus... hoe schrijf je 'twee tot zes jarigen' dan wel?

Slide 10 - Open vraag

Goed of fout?

Slide 11 - Tekstslide

Goed of fout?

Gebakken visspecialist
A
Goed!
B
Fout!

Slide 12 - Quizvraag

JUIST IS: gebakkenvisspecialist
Raar maar waar. Als het bijvoeglijk naamwoord bij het eerste deel van de samenstelling hoort, schrijf je het eraan vast. 
Dus ook: socialemediastrategie ipv social media strategie. Nederlands is geen Engels!

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Goed of fout?

'Oud en nieuw servies'
A
Goed!
B
Fout!

Slide 15 - Quizvraag

Spelling: 
-      '     spatie     tussen-n

In het Nederlands mag je heel veel woorden aan elkaar plakken. Twee moeilijkheden daarbij:
1. Wel of geen koppelteken?
2. Wel of geen tussen-n?

Slide 16 - Tekstslide

Basisregel samenstellingen:
Meestal wel een tussen-n als je 2 zelfstandige naamwoorden aan elkaar plakt




Op de volgende slides volgt de uitleg over de samenstellingen.

Wanner schrijf je wel een tussen -n?
Wanneer schrijf je geen tussen -n?

Maak aantekeningen en ga na de uitleg oefenen op websites die ik met je gedeeld heb! 

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Video

Basisregel = wel een tussen -n

Je schrijft een tussen- n als...het twee zelfstandig naamwoorden zijn en  

...het eerste woord alleen een meervoud op –en heeft

vriend - vrienden  =>  vriendenboek
heer - heren  =>  herenfiets
hond - honden  =>  hondenriem
paard -paarden=> paardenpoep

Slide 19 - Tekstslide

Uitzonderingen

Geen tussen -n
  • Het eerste woord heeft een meervoud op –s
  • Het eerste woord heeft 2 meervouden (op –s en op -n)
  • Het eerste woord is uniek (maan, zon, ...)
  • Het eerste woord is geen zelfstandig naamwoord
  • Het eerste woord heeft geen meervoud


Slide 20 - Tekstslide

Geen tussen -n  
Je schrijft geen tussen –n als...

...het eerste woord een meervoud op –s heeft
asperge - asperges  =>  aspergesoep
horloge - horloges  =>  horlogemaker

...het eerste woord 2 meervouden heeft (op –s en op -n)
vitamine - vitaminen/vitamines  =>  vitaminepil
weide - weides/weiden  =>  weidevogel

Slide 21 - Tekstslide

Geen tussen -n

Je schrijft geen tussen –n als...

...het eerste woord geen meervoud heeft
rijst + pap = rijstepap
tarwe + product = tarweproduct

Slide 22 - Tekstslide

Geen tussen -n
Je schrijft geen tussen –n als...

...het eerste woord uniek is
(uniek = er is er maar 1 van)

zon - zonnestraal
maan - maneschijn (wat je ziet, niet volgens de natuurkunde) 
Let op: ster - sterrenkunde (er zijn meer sterren)



Slide 23 - Tekstslide

Geen tussen -n
Je schrijft geen tussen –n als...

... het eerste woord het tweede woord versterkt
beer + sterk = beresterk
aap + trots = apetrots

... het eerste woord geen znw is
goedemorgen (goed = geen znw,  maar een bn)
spinnewiel (spinnen = geen znw, maar een ww)
Maar: spinnenweb (spin + web)

Slide 24 - Tekstslide

Stap 1
uitzonderingen?
(uniek / linkerdeel is een versterking van een bn / linkerdeel is een ww)
Stap 2
Ja? Volg de regel van de uitzondering.
Nee? Volg het schema

Slide 25 - Tekstslide

Met of zonder tussen-n?
A
bessensap
B
bessesap

Slide 26 - Quizvraag

Met of zonder tussen-n?
A
hopenloos
B
hopeloos

Slide 27 - Quizvraag

Met of zonder tussen-n?
A
keuzepakket
B
keuzenpakket

Slide 28 - Quizvraag

Met of zonder tussen-n?
A
tarwenmeel
B
tarwemeel

Slide 29 - Quizvraag

Met of zonder tussen -n
A
Spinnewiel
B
Spinnenwiel

Slide 30 - Quizvraag

Met of zonder tussen-n?
A
roggebrood
B
roggenbrood

Slide 31 - Quizvraag

Met of zonder tussen-n?
A
beregoed
B
berengoed

Slide 32 - Quizvraag

Met of zonder tussen-n?
A
zonnensteek
B
zonnesteek

Slide 33 - Quizvraag

Slide 34 - Tekstslide

Goed of fout?

'Delfst Gerste Bier'
A
Goed
B
Fout

Slide 35 - Quizvraag

Hoe schrijf je het dan wel?
A
Delfstgerstenbier
B
Delfst gerstebier
C
Delfts gerstenbier
D
Delfst Gerstebier

Slide 36 - Quizvraag

Nog wat lastige werkwoorden...

Slide 37 - Tekstslide

d, dt of t?

Nu Harry Potter een villa in Spanje heeft geërf_ en
daarnaartoe is verhuis_ , behaal_ hij nooit meer zijn diploma en betover_ hij nooit meer een bezemsteel.
A
d, d, t, dt
B
t, d, t, d
C
d, d, t, t
D
t, t, d, dt

Slide 38 - Quizvraag

Met of zonder tussen-n?
A
hogeschool
B
hogenschool

Slide 39 - Quizvraag

Met of zonder tussen-n?
A
rodekool
B
rodenkool

Slide 40 - Quizvraag

Met of zonder tussen-n?
A
kattebak
B
kattenbak

Slide 41 - Quizvraag

Met of zonder tussen-n?
A
ziektenkiem
B
ziektekiem

Slide 42 - Quizvraag

Pak pen en papier en teken:

Slide 43 - Tekstslide

Je krijgt instructies en rubric
Schrijf een sollicitatiemail aan mevrouw Lekkerweg, de baas van het villa-oppasbureau en mail die aan je docent.
Je hebt 10 minuten!

Slide 44 - Tekstslide

SUCCES!

Slide 45 - Tekstslide

Je schrijft geen tussenletter -n-:

- Als het eerste deel een werkwoord of versterkend woord is

dronkelap, beresterk

- Als het eerste deel een uniek persoon of een unieke zaak is

zonnescherm, Koninginnedag

- Als het woord niet meer herkenbaar is als samenstelling

ellepijp, schattebout

Slide 46 - Tekstslide

Je schrijft de tussenletter -(e)n-:

Als het eerste deel van de samenstelling een znw is dat alleen meervoud op -n of -en heeft.


rozenstruik

eendenkooi

getuigenverklaring

Slide 47 - Tekstslide

Je schrijft geen tussenletter -n-:

- Als het eerste deel  geen meervoud heeft

rijstepap, gerstenat

- Als het eerste deel alleen een meervoud op -s heeft

horlogemaker

- Als het eerste deel een meervoud op -s en -n heeft

secondewijzer


Slide 48 - Tekstslide