Zo maak je een meervoud op -en:
• Vaak hoef je alleen maar -en achter het woord te zetten:
boer → boeren, dans → dansen, lot → loten.
• Soms moet je tegelijk de laatste letter verdubbelen:
klas → klassen, bed → bedden, slof → sloffen.
• Soms moet je tegelijk een a, e, o of u weghalen:
schaar → scharen, been → benen, sloot → sloten.
• Soms moet je tegelijk een -f veranderen in een -v-:
raaf → raven, brief → brieven, golf → golven.
• Soms moet je tegelijk een -s veranderen in een -z-:
huis → huizen, baas → bazen, mees → mezen.