Wassymbolen: Strijken, Drogen, Wassen

Wassymbolen: Strijken, Drogen, Wassen
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Wassymbolen: Strijken, Drogen, Wassen

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoel
Aan het einde van de les kun je wassymbolen begrijpen en toepassen bij het strijken, drogen en wassen van kleding.

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

What do you already know about wassymbolen?

Slide 3 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Wat zijn Wassymbolen?
Wassymbolen zijn pictogrammen op het etiket van kledingstukken die aangeven hoe je ze moet wassen, drogen en strijken.

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Strijken
Het strijksymbool geeft aan op welke temperatuur je het kledingstuk kunt strijken.

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Drogen
Het droogsymbool geeft aan of het kledingstuk in de droger kan en op welke temperatuur.

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wassen
Het was-symbool geeft aan op welke temperatuur je het kledingstuk kunt wassen.

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Interactieve Activiteit
Laat de studenten een aantal kledingstukken zien en vraag hen om de bijbehorende wassymbolen te identificeren.

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Tips voor het Toepassen
1. Sorteer de was op kleur en materiaal. 2. Gebruik de juiste temperatuur. 3. Vermijd bleekmiddel als het symbool het aangeeft.

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Samenvatting
Wassymbolen zijn pictogrammen die aangeven hoe je kleding moet wassen, drogen en strijken. Het is belangrijk om deze symbolen te begrijpen en toe te passen om je kleding op de juiste manier te onderhouden.

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 11 - Open vraag

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

Slide 12 - Open vraag

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 13 - Open vraag

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.