Een vergelijkend verband laat een verschil of overeenkomst zien.
Signaalwoorden: in vergelijking met, (net) als, evenals, zoals, meer, groter, beter, dan.
De laptop van Tim is veel sneller dan die van zijn broer.
- Wat is het signaalwoord?
- Wat is de vergelijking?
Net als haar oudere zus, houdt Lisa enorm van dansen.
- Wat is het signaalwoord?
- Wat is de vergelijking?