1.1.3 Ademhaling bij dieren

1.6 Ademhaling bij dieren
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 17 slides, met tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

1.6 Ademhaling bij dieren

Slide 1 - Tekstslide

alle organismen doen aan stofwisseling en dus ook aan gaswisseling
mensen en andere zoogdieren hebben longen
Ademhaling bij dieren
eencelligen       => via  de celmembraan
grotere dieren => via speciale organen
Kieuwen => vissen, amfibiën in het larven stadium
Longen   => zoogdieren, vogels, reptielen, amfibiën (volwassen)
Huid         => amfibiën
Tracheën => Insekten

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen
Je kunt beschrijven hoe de gaswisseling plaatsvindt bij 
  • eencelligen
  • insecten
  • vissen
  • vogels
Je weet wat het tegenstroomprincipe is

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

tracheeën
Insecten zoals vlinders en vliegen hebben geen longen maar: tracheeën. 

Trachee: vertakte buizen in het achterlijf gevuld met lucht. Hierdoor komt er zuurstof bij de cellen. 

Stigma: Hierdoor komt lucht met zuurstof in de trachee en gaat er koolstofdioxide naar buiten 

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kieuwen

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 8 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ademhaling met de huid
Amfibiën ademen niet alleen met longen of kieuwen, maar ook met de huid.
Dit is vooral handig in de winterrust: ze liggen dan in de modder te slapen en krijgen voldoende zuurstof binnen via de huid.

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De ademhaling bij vogels
Bovenzijde van de snavel bevat 2 neusopeningen --> deze eindigt in de neuskamer. Hierin wordt de lucht verwarmd, vochtig gemaakt en hierin ligt het reukzintuig.

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Neuskamer --> keelholte --> longen


In de longen bevinden zich geen longblaasjes. Buiten de longen bevinden zich luchtzakken.

Lucht stroomt van de achterste luchtzak via de longen naar de voorste luchtzak. Gaswisseling vindt hierdoor sneller plaats.

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bij inademen komt er zuurstofrijke lucht in de achterste luchtzak.
en een deel stroomt de longen in.

Bij uitademen stroomt de voorste luchtzak leeg en de lucht uit de achterste luchtzak wordt naar de longen geperst. 

Zo komt er bij inademen en bij uitademen zuurstof via de longen in het bloed terecht. 

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 16 - Video

Deze slide heeft geen instructies

huiswerk
Maak de opdrachten van bs 1.6 + test jezelf

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies