Spelling herhaling blok 1 t/m 3 KGT

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo b, k
• Leerjaar 1

HERHALING SPELLING

Doel van deze les:

- Aan het einde van deze les kun je de spellingsregels van de tegenwoordige en verleden tijd toepassen.

Als je de stam van een werkwoord wilt weten .......

1. haal je EN van het werkwoord af
2. verander je de z in een s (suizen --> suis)
3. verander je de v in een f (drijven --> drijf)
4. pas je het werkwoord zó aan dat je er IK voor kunt zetten

Welke spellingsregel is fout?

1. Bij IK schrijf je de stam (aangepast)
2. Bij jij / hij / zij / het schrijf je ik-vorm + t
3. Als jij achter de persoonsvorm staat schrijf je de ik-vorm
4. Bij IK komt er een T achter de stam

Jonathan brandt zich aan het gasfornuis =

1. goed gespeld
2. verkeerd gespeld

Antwoordt jij op zo'n vreemde vraag? =

1. goed gespeld
2. verkeerd gespeld

Blaasdt Evelien de kaarsjes uit =

1. goed gespeld
2. verkeerd gespeld

werken =

1. klankveranderend
2. klankvast

juichen =

1. klankveranderend
2. klankvast

verbieden =

1. klankveranderend
2. klankvast

vragen =

1. klankveranderend
2. klankvast

zwemmen =

1. klankveranderend
2. klankvast

Wat zijn de regels van 't ex kofschip?

Let Op: de letters waar het om gaat zijn: t  x k f s ch p

learningapps.org

learningapps.org

lokaal 13

• Op elke tafel liggen stapeltjes met blaadjes.
• Pak van elke stapel één blaadje.
• Leg steeds het nieuw gepakte blaadje onderop.
• Dit vormt uiteindelijk een boekje.
• Geef dat boekje aan mij, dan jas ik er een nietje in.