Uitleg van opdracht 2 en 3:
Vul de zinnen aan met het juiste bezittelijke voornaamwoord in het Duits.
Stappen:
Kijk naar het onderwerp (bijvoorbeeld du, Tom, wir): dit bepaalt wie de eigenaar is.
Kijk naar het zelfstandig naamwoord (Hund, Katze, Hefte):
Mannelijk (der) of onzijdig (das): Geen extra -e.
Vrouwelijk (die) of meervoud (die): Voeg een -e toe.
Voorbeelden:
Du und dein Hund. (mannelijk, geen extra -e)
Rita und ihre Katze. (vrouwelijk, met -e)
Rita und ihre Hefte. (meervoud, met -e)