In deze les zitten 10 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.
Onderdelen in deze les
Berekenen consumentenprijsindex-
cijfer
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Video
Slide 3 - Video
Slide 4 - Video
Consumentenprijsindexcijfer (CPI)
Prijsontwikkeling van goederen en diensten.
Slide 5 - Tekstslide
Het consumentenprijsindexcijfer is een ........ gemiddelde
A
Ongewogen
B
Gewogen
Slide 6 - Quizvraag
Het prijsindexcijfer van een mandje boodschappen is 102,0 en de wegingsfactor is 4, het prijsindexcijfer van een treinkaartje is 104,0 en de wegingsfactor is 1.
Wat is het consumentenprijsindexcijfer?
A
102,0
B
103,0
C
103,5
D
102,4
Slide 7 - Quizvraag
Bereken het gewogen consumentenprijsindexcijfer in 2016 (in één decimaal nauwkeurig).
Slide 8 - Open vraag
Inkomen gezin A is in 2016: €48.000. In 2017 steeg het inkomen met € 2.100,- Bereken met hoeveel procent het reële besteedbaar inkomen in 2017 veranderde en opzichte van 2016 .
Slide 9 - Open vraag
Van een ander gezin wijkt het bestedingspatroon af van het gemiddelde. Men gaat nooit op vakantie en besteedt het uitgespaarde geld altijd aan de artikelgroep diversen. Heeft dit gezin met meer of minder inflatie te maken dan het gemiddelde? Leg je antwoord uit zonder berekening.